Bij memorie van grieven heeft Fundeon 17 grieven tegen de vonnissen van 31 juli 2013 en 12 maart 2014 aangevoerd, heeft zij bewijs aangeboden en een aantal nieuwe producties in het geding gebracht. Zij heeft gevorderd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van 12 maart 2014 zal vernietigen en, opnieuw recht doende,
I. de vorderingen van [geïntimeerden 1] alsnog volledig zal afwijzen en de vorderingen van Fundeon alsnog volledig zal toewijzen, al dan niet onder aanvulling van gronden;
II. [geïntimeerde sub 1] zal veroordelen tot (terug)betaling van hetgeen Fundeon uit hoofde van het vonnis van 12 maart 2014 heeft voldaan, ten bedrage van € 68.286,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2012 tot en met 15 april 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (BW) vanaf de datum van betaling door Fundeon (15 april 2014) tot aan de dag der voldoening door [geïntimeerde sub 1];
III. [geïntimeerde sub 2] zal veroordelen tot (terug)betaling van hetgeen Fundeon uit hoofde van het vonnis van 12 maart 2014 heeft voldaan, ten bedrage van € 250.979,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2012 tot en met 15 april 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van betaling door Fundeon (15 april 2014) tot aan de dag der voldoening door [geïntimeerde sub 2];
IV. [geïntimeerde sub 3] zal veroordelen tot (terug)betaling van hetgeen Fundeon uit hoofde van het vonnis van 12 maart 2014 heeft voldaan, ten bedrage van € 125.436,75, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2012 tot en met 15 april 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van betaling door Fundeon (15 april 2014) tot aan de dag der voldoening door [geïntimeerde sub 3];
V. [geïntimeerde sub 4] zal veroordelen tot (terug)betaling van hetgeen Fundeon uit hoofde van het vonnis van 12 maart 2014 heeft voldaan, ten bedrage van € 49.585,25, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2012 tot en met 15 april 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van betaling door Fundeon (15 april 2014) tot aan de dag der voldoening door [geïntimeerde sub 4];
VI. [geïntimeerde sub 5] zal veroordelen tot (terug)betaling van hetgeen Fundeon uit hoofde van het vonnis van 12 maart 2014 heeft voldaan, ten bedrage van € 136.572,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 november 2012 tot en met 15 april 2014 over een bedrag van
€ 70.077,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de datum van betaling door Fundeon (15 april 2014) tot aan de dag der voldoening door [geïntimeerde sub 5];
VII. [geïntimeerden 1] zal veroordelen in de proceskosten van beide instanties met inbegrip van de nakosten van € 131,- en in geval van betekening van het (het hof begrijpt:) arrest
€ 199,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW, althans artikel 6:119 BW, over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis tot aan de dag van betaling.