Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. R.W. de Casseres, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
[slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg die [slachtoffer], met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de borststreek, althans de linkerkant van het (boven)lichaam, gestoken en/of gesneden, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in de borststreek, althans de linkerkant van het (boven)lichaam, te steken en/of te snijden, terwijl het feit de dood (van die [slachtoffer]) tengevolge heeft gehad;
Vrijspraak ter zake van het primair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 3.368,10 (drieduizend driehonderdachtenzestig euro en tien cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 3.368,10 (drieduizend driehonderdachtenzestig euro en tien cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
43 (drieënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.