Uitspraak
de moeder,
de raad.
1.Jeugdbescherming Noord (voorheen: Bureau Jeugdzorg Groningen),
JBN,
de pleegouders.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 februari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter, [de minderjarige1]. De moeder was in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, die op 11 juni 2014 had besloten om haar te ontheffen van het gezag. De moeder verzocht het hof om deze beschikking te vernietigen en de verzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming af te wijzen. De Raad en Jeugdbescherming Noord (JBN) hebben het verzoek van de moeder bestreden.
De moeder had in het verleden te maken gehad met verschillende problemen, waaronder een onveilige thuissituatie en psychische problemen. De minderjarige is sinds haar uithuisplaatsing in 2010 in een pleeggezin geplaatst en heeft daar een stabiele en veilige omgeving gevonden. Het hof heeft de belangen van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat de moeder, ondanks haar positieve ontwikkelingen, niet in staat is om de zorg voor haar dochter op zich te nemen. De moeder heeft in het verleden aangetoond niet in staat te zijn om haar opvoedingsplicht te vervullen, en de huidige situatie biedt onvoldoende garanties voor een veilige en stabiele opvoeding.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de ontheffing van het gezag over [de minderjarige1] is bevestigd. De moeder blijft in de gelegenheid om aan een goede band met haar dochter te werken, maar de stabiliteit en continuïteit van de huidige opvoedingssituatie zijn van groter belang. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, die de voorwaarden voor ontheffing van het gezag regelen.