ECLI:NL:GHARL:2015:10201
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep in strafzaak tegen verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 oktober 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die geen bekende woon- of verblijfplaats had. De verdachte was geboren in 1969 en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 19 mei 2015 was gewezen. Het parketnummer van het vonnis was 16-034966-15. Tijdens de zitting op 13 oktober 2015 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die na voorlezing aan het hof was overgelegd.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke of mondelinge bezwaren had ingediend tegen het vonnis van de politierechter. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten dat er geen redenen waren voor een inhoudelijke behandeling van de zaak. Hierdoor heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.
De beslissing werd uitgesproken door de voorzitter, mr. G. Mintjes, en de raadsheren mr. M.M.L.A.T. Doll en mr. M.S. Groenhuijsen, in aanwezigheid van griffier mr. I.I.D. Leene. Het arrest werd uitgesproken in het openbaar, waarbij de verdachte niet aanwezig was. Het proces-verbaal van de zitting is door de voorzitter en de griffier vastgesteld en ondertekend.