Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 oktober 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie en de terugbetalingsverplichting van de vrouw aan de man. De man, verzoeker in hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om de bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw te verlagen naar nihil voor de periode van 1 oktober 2011 tot 1 januari 2013. De rechtbank Gelderland had in haar beschikking van 13 oktober 2014 de bijdrage van de man vastgesteld op nihil per 1 januari 2013, maar de man was van mening dat hij teveel had betaald en verzocht om terugbetaling van het teveel betaalde bedrag.
Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 31 december 2011 een negatief netto besteedbaar inkomen had en dat haar huwelijksgerelateerde behoefte in 2011 € 4.351,- netto per maand bedroeg. De man had voldoende draagkracht om de eerder vastgestelde bijdrage van € 2.500,- per maand te voldoen. Het hof oordeelde dat de vrouw in deze periode onverminderd behoefte had aan de bijdrage van de man.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de vrouw het teveel ontvangen bedrag aan partneralimentatie, dat de huwelijksgerelateerde behoefte overstijgt, aan de man dient terug te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, aangezien partijen gewezen echtgenoten zijn. Het hof heeft de bestreden beschikking gedeeltelijk vernietigd en de bijdrage voor de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 vastgesteld op € 1.545,- per maand, met terugbetaling van het teveel betaalde bedrag door de vrouw aan de man.