ECLI:NL:GHARL:2015:10012
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vermindering van ontnemingsbedrag op basis van werkelijke waarde van stacaravan
Op 30 december 2015 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een beschikking gegeven in een verzoek ex artikel 577b, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Verzoeker, die in persoon en bijgestaan door zijn advocaat mr. [naam] verscheen, vroeg om vermindering van het verschuldigde bedrag van € 38.535,- dat was vastgesteld ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de waarde van een stacaravan, die bij de berekening van het te ontnemen bedrag was meegenomen, te hoog was vastgesteld. Verzoeker stelde dat de stacaravan in februari 2012 voor € 12.000,- was verkocht, terwijl deze voor € 20.000,- in het ontnemingsbedrag was opgenomen. Het hof oordeelde dat verzoeker niet had aangetoond dat het werkelijke voordeel lager was dan het vastgestelde bedrag. De advocaat-generaal had betoogd dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat er geen betalingsonmacht was gesteld. Het hof verwierp dit argument en oordeelde dat verzoeker ontvankelijk was in zijn verzoek, maar wees het verzoek af omdat de stelling van verzoeker onvoldoende onderbouwd was. Het hof concludeerde dat de enkele omstandigheid dat de stacaravan bij verkoop minder had opgebracht dan de eerder vastgestelde waarde, niet voldoende was om aan te tonen dat het werkelijk verkregen voordeel lager was geweest. De beschikking werd gegeven door een meervoudige raadkamer van het hof.