ECLI:NL:GHARL:2015:10007

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 december 2015
Publicatiedatum
30 december 2015
Zaaknummer
24-001940-09
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest op bezwaarschrift ex art. 22g Wetboek van Strafrecht betreffende tardieve tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis

Op 30 december 2015 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van een vervangende hechtenis. De veroordeelde had eerder een werkstraf van 80 uren opgelegd gekregen, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden toegepast. Het bezwaarschrift, ingediend op 16 november 2015, was gericht tegen een kennisgeving van de advocaat-generaal van 9 oktober 2015, waarin de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis werd aangekondigd. De veroordeelde had in de tussentijd te maken gehad met persoonlijke omstandigheden die de uitvoering van de werkstraf bemoeilijkten, waaronder gezondheidsproblemen en het overlijden van een familielid.

Tijdens de zitting op 28 december 2015 heeft het hof de advocaat-generaal, de veroordeelde en diens advocaat gehoord. De advocaat-generaal had eerder al besloten tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, maar het hof oordeelde dat deze beslissing tardief was. Volgens de wet had het Openbaar Ministerie uiterlijk op 10 juni 2015 een beslissing moeten nemen over de tenuitvoerlegging, maar dit was pas op 23 juli 2015 gebeurd. Het hof concludeerde dat de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis ongedaan moest worden gemaakt, omdat deze buiten de wettelijke termijn was genomen.

Het hof verklaarde het bezwaarschrift gegrond en vernietigde de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Hierdoor kwam er een einde aan de executiemogelijkheden van de werkstraf, en werd de veroordeelde in de gelegenheid gesteld om alsnog de werkstraf uit te voeren, mits dit binnen de wettelijke termijn zou gebeuren.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
LOCATIE LEEUWARDEN
Arrest van 30 december 2015 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het bezwaarschrift ex artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht van:

[naam] ,

geboren [geboortedatum en - plaats] ,
wonende [woonplaats en adres]
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn raadsman
mr. [naam] , advocaat te [plaats] .

De inhoud van het bezwaar

Het gerechtshof Leeuwarden, nevenzittingsplaats Arnhem, heeft de veroordeelde bij zijn arrest van 3 november 2011 veroordeeld tot onder meer een werkstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van 40 (veertig) dagen zal worden toegepast.
Voormeld bezwaarschrift, ingekomen op 16 november 2015, keert zich tegen de kennisgeving d.d. 9 oktober 2015 van de advocaat-generaal aan de veroordeelde tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, welke kennisgeving aan veroordeelde is betekend op 2 november 2015.

De behandeling ter zitting

Het hof heeft ter openbare terechtzitting van 28 december 2015 gehoord de advocaat-generaal, de veroordeelde en de advocaat van de veroordeelde.
Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken.
Blijkens de rapportage d.d. 3 juli 2015 van Reclassering Nederland, is de werkstraf - gelet op het verloop daarvan - als voortijdig beëindigd retour gezonden. De veroordeelde heeft meerdere malen te maken gehad met familie- en gezondheidsproblemen. Hij heeft meerdere operaties ondergaan, kreeg te maken met een ernstig zieke echtgenote en het plotselinge overlijden van een familielid. De reclassering maakt melding van een opeenstapeling van uitstel door fysieke en emotionele beperkingen,. Melding wordt gemaakt van het feit dat de veroordeelde de reclassering niet adequaat op de hoogte heeft gehouden en niet steeds contact heeft gezocht op momenten dat hij dat wel had moeten doen. Aan de veroordeelde is meerdere malen uitstel verleend voor het uitvoeren van de werkstraf, maar dit heeft niet tot het gewenste effect geleid. De door de reclassering gevraagde medische bewijsstukken zijn niet aangeleverd.
De veroordeelde heeft 32 uren van de 80 opgelegde uren gewerkt.
Ter zitting heeft de veroordeelde aangegeven alsnog bereid te zijn om de werkstraf uit te voeren. De raadsman heeft aangevoerd twijfel te hebben bij de tijdigheid van de omzettingsbeslissing, maar niet over de stukken te beschikken die voor een beoordeling van die tijdigheid nodig zijn.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaar.

De beoordeling van het bezwaar

In deze zaak heeft de advocaat-generaal eerder beslist tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Veroordeelde heeft tegen deze beslissing toen ook bezwaar aangetekend. Blijkens het daarop gevolgde arrest van dit hof van 12 maart 2014 is het bezwaarschrift van de veroordeelde gegrond verklaard en is de veroordeelde alsnog in de gelegenheid gesteld om de werkstraf te verrichten. Nu in voornoemd arrest geen termijn is bepaald waarbinnen de werkstraf moet zijn verricht gaat het hof er van uit dat veroordeelde binnen de in artikel 22c Wetboek van Strafrecht genoemde wettelijke termijn van maximaal één jaar na het arrest de werkstraf moest voltooien. Uitgaande daarvan had het openbaar ministerie op uiterlijk 10 juni 2015 een beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis moeten nemen, gelet op het bepaalde in artikel 22i Wetboek van Strafrecht. Nu eerst op 23 juli 2015, derhalve buiten deze termijn, deze beslissing door de advocaat-generaal is genomen, is deze tenuitvoerleggingsbeslissing tardief en dient deze ongedaan te worden gemaakt. Weliswaar bevindt zich in het dossier een beslissing tot termijnverlenging voor de uitvoering van deze werkstraf, gedateerd 4 september 2014, maar deze verlenging heeft geen wettelijke basis en kan derhalve in de onderhavige beoordeling geen rol spelen.
Gelet op vorenstaande is aan de executiemogelijkheden van deze werkstraf een einde gekomen.
Het hof zal als volgt beslissen.

De beslissing

Het hof:
verklaart het bezwaarschrift gegrond;
vernietigt de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. M.C. Fuhler als voorzitter, mrs. O. Anjewierden en
W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van Terhell als griffier.