ECLI:NL:GHARL:2015:10007
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Raadkamer
- M.C. Fuhler
- O. Anjewierden
- W.M. van Schuijlenburg
- Rechtspraak.nl
Arrest op bezwaarschrift ex art. 22g Wetboek van Strafrecht betreffende tardieve tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis
Op 30 december 2015 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van een vervangende hechtenis. De veroordeelde had eerder een werkstraf van 80 uren opgelegd gekregen, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden toegepast. Het bezwaarschrift, ingediend op 16 november 2015, was gericht tegen een kennisgeving van de advocaat-generaal van 9 oktober 2015, waarin de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis werd aangekondigd. De veroordeelde had in de tussentijd te maken gehad met persoonlijke omstandigheden die de uitvoering van de werkstraf bemoeilijkten, waaronder gezondheidsproblemen en het overlijden van een familielid.
Tijdens de zitting op 28 december 2015 heeft het hof de advocaat-generaal, de veroordeelde en diens advocaat gehoord. De advocaat-generaal had eerder al besloten tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, maar het hof oordeelde dat deze beslissing tardief was. Volgens de wet had het Openbaar Ministerie uiterlijk op 10 juni 2015 een beslissing moeten nemen over de tenuitvoerlegging, maar dit was pas op 23 juli 2015 gebeurd. Het hof concludeerde dat de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis ongedaan moest worden gemaakt, omdat deze buiten de wettelijke termijn was genomen.
Het hof verklaarde het bezwaarschrift gegrond en vernietigde de beslissing tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Hierdoor kwam er een einde aan de executiemogelijkheden van de werkstraf, en werd de veroordeelde in de gelegenheid gesteld om alsnog de werkstraf uit te voeren, mits dit binnen de wettelijke termijn zou gebeuren.