In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] BV tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin de rechtbank de aanslag in de zuiveringsheffing voor het jaar 2006 heeft gehandhaafd. De heffingsambtenaar had de aanslag opgelegd op basis van afvalwateronderzoeken die in 2005 waren uitgevoerd. Belanghebbende betwist de hoogte van de aanslag en stelt dat de onderzoeken niet representatief waren, omdat deze alleen in weken waarin krab werd verwerkt zijn uitgevoerd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de aanslag terecht was opgelegd, maar belanghebbende is van mening dat de uitkomsten van het onderzoek in 2005 niet mogen worden gebruikt voor de aanslag in 2006, omdat deze niet representatief zijn. De heffingsambtenaar stelt dat de onderzoeken wel representatief zijn en dat de aanslag correct is berekend. Het Hof oordeelt dat de onderzoeken in 2005 inderdaad representatief zijn en dat de aanslag voor 2006 op basis van deze onderzoeken terecht is vastgesteld. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van belanghebbende af. De kosten van de procedure worden niet vergoed.