Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker,
1.Het geding
2.De vaststaande feiten
(…)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 december 2014, betreft het een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie na echtscheiding. Het huwelijk van partijen is op 5 januari 2006 ontbonden, en bij beschikking van 29 augustus 2006 is de man verplicht gesteld om aan de vrouw een maandelijkse bijdrage in de kosten van levensonderhoud te betalen. De man verzoekt het hof om deze bijdrage te verlagen of op nihil te stellen, onderbouwd door een wijziging van zijn financiële situatie. De vrouw verzet zich tegen dit verzoek en doet een zelfstandig verzoek om de man te verplichten de alimentatie bij vooruitbetaling te voldoen.
De procedure is gestart met een verzoekschrift op 19 maart 2014, gevolgd door een verweerschrift van de vrouw met een zelfstandig verzoek op 26 mei 2014. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 juli 2014, waarbij beide partijen in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Het hof heeft de relevante stukken in overweging genomen en de feiten vastgesteld, waaronder de financiële situatie van de man en de afspraken die eerder zijn gemaakt over de alimentatie.
Het hof oordeelt dat de man onvoldoende heeft aangetoond dat hij niet meer in staat is om aan zijn alimentatieverplichtingen te voldoen. De vrouw heeft betoogd dat de man nog steeds in staat is om zijn oude inkomen te genereren, en het hof concludeert dat de man zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie niet kan onderbouwen. Het verzoek van de man wordt afgewezen, terwijl het zelfstandig verzoek van de vrouw om de alimentatie bij vooruitbetaling te laten voldoen, wordt toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, gezien de relatie tussen partijen als gewezen echtgenoten.