Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
9 december 2014
1.Ontstaan en loop van het geding tot dusverre
3.Beoordeling van het verzoek
4.Proceskosten
5.Beslissing
9 december 2014.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 9 december 2014 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een tussenuitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z], in hoger beroep ging tegen uitspraken van de rechtbank Breda. De zaak betreft navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2000 tot en met 2004, alsook naheffingsaanslagen omzetbelasting. De Inspecteur van de Belastingdienst had deze aanslagen opgelegd, vergezeld van vergrijpboetes en heffingsrente. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de rechtbank Breda de uitspraken van de Inspecteur gedeeltelijk vernietigd en de aanslagen verminderd, met uitzondering van een specifieke boete die werd gehandhaafd.
De belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen de uitspraken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat de zaken naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft verwezen voor verdere behandeling. In deze tussenuitspraak stond de vraag centraal of de Inspecteur zich kon verzetten tegen de kennisneming van een zogenoemde 'klikbrief', die door de Inspecteur als vertrouwelijk werd aangemerkt. Het Hof heeft vastgesteld dat de klikbrief een op de zaak betrekking hebbend stuk is en dat er geen gewichtige redenen zijn om beperkte kennisneming te rechtvaardigen. De Inspecteur had verschillende gronden aangevoerd voor geheimhouding, maar het Hof oordeelde dat deze niet voldoende waren om de belangen van de belanghebbende te schaden.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in belastingprocedures en de rechten van belanghebbenden om kennis te nemen van alle relevante stukken. Het Hof heeft de Inspecteur verzocht om de klikbrief en de bijbehorende enveloppe alsnog integraal over te leggen, en heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan niet afzonderlijk worden aangevochten, maar enkel samen met de uiteindelijke beslissing in de hoofdzaak.