ECLI:NL:GHARL:2014:9531

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
11 december 2014
Publicatiedatum
10 december 2014
Zaaknummer
21-004115-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor poging doodslag, poging diefstal met geweld en poging afpersing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was aangeklaagd voor poging tot doodslag, poging tot diefstal met geweld en poging tot afpersing, gepleegd op 22 september 2013 te Leusden. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer en het weg te nemen van een geldbedrag van 30 euro door middel van geweld.

Tijdens de zitting op 28 november 2014 heeft het hof het dossier bestudeerd, inclusief de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging door de raadsman van de verdachte, mr. J.P.W. Nijboer. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. Er was geen duidelijkheid over de rol van de medeverdachte en of er sprake was van een vooropgezet plan om het slachtoffer te beroven.

Het hof concludeerde dat, hoewel de medeverdachte geweld had gebruikt, dit niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de betrokkenen gaven geen eenduidig bewijs dat de verdachte betrokken was bij een gezamenlijk plan om het slachtoffer te beroven. De verdachte werd daarom vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 1.000 had geëist, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en het vonnis van de rechtbank vernietigd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004115-14
Uitspraak d.d.: 11 december 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 7 juli 2014 met parketnummer 16-661920-13 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 28 november 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.P.W. Nijboer, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
Primairhij op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk[slachtoffer] van het leven te beroven, althans aan[slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s) (gezamenlijk)
-
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
-
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] gestoken en/of geprikt en/of gesneden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen 30 euro, althans een geldbedrag, in elk geval een of meer goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 30 euro, althans een geldbedrag, in elk geval een of meer goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (gezamenlijk)
-
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
-
om 30 euro, althans een geldbedrag gevraagd
en/of welke poging diefstal en/of poging afpersing werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan een of meer mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s)
-
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;Subsidiair[medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte] voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, althans aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
-
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
-
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] gestoken en/of geprikt en/of gesneden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en aldaar
-
voornoemde [medeverdachte] of tot op heden onbekend gebleven persoon te vragen mee te gaan naar de woning van die [slachtoffer] en/of
-
nadat die [slachtoffer] de deur had geopend aldaar een gesprek met die [slachtoffer] te voeren en/of (vervolgens)
-
voornoemde [medeverdachte] of tot op heden onbekend gebleven persoon te roepen (te weten door de woorden: "kom maar" en/of "naar binnen", althans woorden van gelijke aard of strekking, te roepen), althans te wenken
en/of
[medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door die [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen 30 euro, althans een geldbedrag, in elk geval een of meer goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon,
en/of
met het oogmerk zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] dwingen tot de afgifte van 30 euro, althans een geldbedrag, in elk geval een of meer goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan[slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon,
als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende die [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon
-
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
-
om 30 euro, althans een geldbedrag gevraagd
en/of welke poging diefstal en/of poging afpersing werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [medeverdachte]
-
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 22 september 2013 te Leusden opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door toen en aldaar
-
voornoemde [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon te vragen mee te gaan naar de woning van die [slachtoffer] en/of
-
nadat die [slachtoffer] de deur had geopend aldaar een gesprek met die [slachtoffer] te voeren en/of (vervolgens)
-
voornoemde [medeverdachte] of een tot op heden onbekend gebleven persoon te roepen (te weten door de woorden: "kom maar" en/of "naar binnen", althans woorden van gelijke aard of strekking, te roepen), althans te wenken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Daarbij wordt het volgende overwogen:
Het hof leidt uit het dossier af dat verdachte naar [slachtoffer] toe ging om geld te halen. Uit het dossier valt echter niet op te maken hoe verdachte dit geld wilde gaan halen en wat de bedoeling was van de aanwezigheid van medeverdachte [medeverdachte].
Vaststaat dat [medeverdachte] geweld heeft gebruikt jegens [slachtoffer]. Uit het dossier blijkt echter onvoldoende dat dit geweld gerelateerd was aan een (vooropgezet) plan of bedoeling van verdachte om langs die weg geld te halen bij het slachtoffer. Niet is gebleken dat er met dat doel afspraken zijn gemaakt tussen verdachte en [medeverdachte], in welke vorm dan ook. [slachtoffer] heeft weliswaar verklaard dat verdachte op enig moment [medeverdachte] heeft geroepen, maar zijn verklaring wordt op dit onderdeel niet bevestigd door anderen, die zich op gehoorsafstand van [slachtoffer] en verdachte bevonden en zelfs als het zo zou zijn dat verdachte iets naar [medeverdachte] zou hebben geroepen, dan staat het nog niet vast dat dit was om vervolgens met geweld of bedreiging met geweld geld van [slachtoffer] te krijgen. Ook is waar dat [medeverdachte] [slachtoffer] met een mes heeft gestoken, nadat [slachtoffer] geweigerd had geld te geven aan verdachte, maar onvoldoende staat vast dat [medeverdachte] door die weigering en het streven [slachtoffer] alsnog te laten betalen, geweld heeft toegepast. Het hof kan namelijk niet uitsluiten dat [medeverdachte] [slachtoffer] heeft gestoken als gevolg van de wijze waarop [slachtoffer] verdachte bejegende in combinatie met de psychische problematiek van [medeverdachte] (onder meer PTSS en ADHD) en het feit dat [medeverdachte] (waarschijnlijk) onder invloed van drugs verkeerde.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.000, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 500, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakende feit. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair en subsidiair ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis
Aldus gewezen door
mr. H. Abbink, voorzitter,
mr. J.D. den Hartog en mr. J.P. Bordes, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 11 december 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.