Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] gestoken en/of geprikt en/of gesneden,
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of
om 30 euro, althans een geldbedrag, gevraagd
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de hals en/of keel van die [slachtoffer] heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden
Overweging met betrekking tot het bewijs
.
Bewezenverklaring
er uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf omopzettelijk[slachtoffer] van het leven te beroven,met dat opzet als volgt heeft gehandeld:
naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en
met een mes (althans een scherp en/of puntig voorwerp) in de halsvan die [slachtoffer] gestoken,
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Poging tot doodslag.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij[slachtoffer]
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Vordering van de benadeelde partij[slachtoffer]
€ 1.000 (duizend euro)ter zake van immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.000 (duizend euro)als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Tenuitvoerlegging
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.