ECLI:NL:GHARL:2014:9374

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 december 2014
Publicatiedatum
3 december 2014
Zaaknummer
200.157.826
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse opzegging van een voor bepaalde tijd gesloten overeenkomst van opdracht op grond van een contractuele opzeggingsbepaling

In deze zaak gaat het om de tussentijdse opzegging van een voor bepaalde tijd gesloten overeenkomst van opdracht. De appellant, wonende in België, heeft hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, die op 16 oktober 2013, 5 maart 2014 en 21 mei 2014 zijn gewezen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.G. Liefferink, heeft de zaak aanhangig gemaakt bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2014. De geïntimeerde, [A] Installatietechniek B.V., vertegenwoordigd door mr. M.H. Andreae, heeft zich bij het hof gevoegd.

Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding om te verschijnen ter zitting niet correct was, maar heeft geoordeeld dat het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevoegd is om over de zaak te oordelen. Dit is gebaseerd op de Wet herziening gerechtelijke kaart, die per 1 januari 2013 in werking is getreden. De appellant heeft de dagvaarding in hoger beroep op 20 augustus 2014 uitgebracht, wat na de inwerkingtreding van de wet was, waardoor het hof bevoegd is om de zaak te behandelen.

In de beslissing heeft het hof de zaak verwezen naar de rol van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, en bepaald dat de zaak op de rol van 23 december 2014 wordt geplaatst. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 2 december 2014.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof: 200.157.826
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: 2432213)
arrest van de eerste kamer van 2 december 2014
in de zaak van
[appellant] ,wonende te [woonplaats] , België,
appellant,
hierna: ‘ [appellant] ’,
advocaat: mr. B.G. Liefferink,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] Installatietechniek B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna: ‘ [geïntimeerde] ’,
advocaat: mr. M.H. Andreae.

1.Het geding in eerste aanleg

Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 16 oktober 2013, 5 maart 2014 en 21 mei 2014 die de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, voor wat betreft het laatstgenoemde vonnis, heeft gewezen tussen [appellant] als eiser in verzet in conventie, eiser in reconventie, en [geïntimeerde] als gedaagde in verzet in conventie, verweerder in reconventie.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Bij exploot van 20 augustus 2014 heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen voornoemde vonnissen van 16 oktober 2013, 5 maart 2014 en 21 mei 2014, met dagvaarding van [geïntimeerde] om op de roldatum 25 november 2014 ter zitting van het gerechtshof Arnhem te verschijnen.
2.2
Op de roldatum 25 november 2014 heeft [appellant] de zaak bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem aangebracht en is [geïntimeerde] bij advocaat verschenen
2.3
Daarna heeft de rolraadsheer ambtshalve arrest bepaald.
3
De beoordeling van de bevoegdheid van dit gerechtshof
3.1
De dagvaarding om te verschijnen ter zitting van het gerechtshof Arnhem is niet juist.
3.2
De bestreden vonnissen van 16 oktober 2013 en 5 maart 2014 en 21 mei 2014 zijn gewezen door de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem. Deze rechtbanken vallen - gelet op artikel CIV van de Wet herziening gerechtelijke kaart (verder: Wet HGK) (
Staatsblad2012, 313) – sedert die per 1 januari 2013 in werking getreden wet binnen het rechtsgebied van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het hoger beroep is aanhangig gemaakt - door het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep op 20 augustus 2014 - ná inwerkingtreding van de Wet HGK, zodat dat hof bevoegd is in hoger beroep over voornoemde vonnissen te oordelen.
3.3
Gelet op het voorgaande zal het hof de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, verwijzen naar de rol van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem.

4.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, naar de rol van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, en bepaalt dat de zaak op de rol van 23 december 2014 van dat gerechtshof wordt geplaatst voor ‘afwachten griffierecht appellant, uiterste betaaldatum
23 december 2014’;
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J.P. Lock, K.J. Haarhuis en C.J. Laurentius-Kooter, en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 december 2014.