Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Gemeente Mill en Sint Hubert,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om de opzegging van een pachtovereenkomst na het faillissement van de pachter. De Gemeente Mill en Sint Hubert, als appellante, had de pachtovereenkomst opgezegd per 1 juli 2014. De pachter, aangeduid als geïntimeerde, erkende dat de overeenkomst was geëindigd, maar er was onduidelijkheid over de oplevering van het perceel. De Gemeente betwistte dat de pachter het perceel volledig had opgeleverd en stelde dat er een debat was over de vraag of de pachter een deel van het gepachte bij zijn tuin had getrokken. Het hof oordeelde dat de grieven van de Gemeente, die strekten tot ontbinding van de pachtovereenkomst, geen bespreking behoefden omdat de overeenkomst reeds was geëindigd. Het hof vernietigde het bestreden vonnis en beval de ontruiming van het perceel, met een dwangsom voor het geval de ontruiming nog niet volledig had plaatsgevonden. Tevens werd de Gemeente gemachtigd om de ontruiming, indien nodig, zelf te bewerkstelligen, op kosten van de pachter. De kosten van de procedure werden aan de zijde van de Gemeente begroot en de geïntimeerde werd als in het ongelijk gestelde partij aangemerkt. Het arrest werd op 2 december 2014 in het openbaar uitgesproken.