Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
te vernietigen het kort gedingvonnis (…) tussen partijen gewezen, en opnieuw rechtdoende, appellant alsnog zijn vorderingen toe te wijzen, uitgezonderd de tewerkstellingseis onder c. van het petitum in de dagvaarding in eerste aanleg, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties."
3.De feiten
grief Iis gericht, geen grief ontwikkeld. Het hof zal dit betwiste feit anders formuleren, zodat daarmee het belang aan grief I ontvalt. Mede gelet op wat in hoger beroep tussen partijen is komen vast te staan, luiden de feiten als volgt.
4.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grief I, die zich keerde tegen de vaststelling van de kantonrechter dat [appellant] op het [Y]-terrein werkzaamheden verrichtte, heeft [appellant] geen belang meer nu het hof onder 3.3 voor een andere formulering van de feiten heeft gekozen. Met de
grieven II, III en IVkomt [appellant] op tegen de motivering waarmee de kantonrechter zijn loonvordering heeft afgewezen.