Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Het Geldersch Landschap,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen Stichting Het Geldersch Landschap. De zaak betreft een geschil over een boetebeding in de algemene huurvoorwaarden en de toewijzing van advocaatkosten. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 25 november 2014 uitspraak gedaan. In eerste aanleg had de kantonrechter de vorderingen van Het Geldersch Landschap toegewezen, met uitzondering van de gevorderde boete en schadevergoeding. Het Geldersch Landschap had in conventie gevorderd de ontruiming van de woonruimte van [appellant] en betaling van huurachterstand, boetes en schadevergoeding. De kantonrechter had de vorderingen toegewezen, maar de boete en schadevergoeding afgewezen.
In hoger beroep heeft [appellant] de veroordeling tot betaling van advocaatkosten betwist, terwijl Het Geldersch Landschap in incidenteel hoger beroep de afwijzing van de boete aanvecht. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, waardoor Het Geldersch Landschap aanspraak kan maken op vergoeding van advocaatkosten. Echter, het hof heeft geoordeeld dat de gevorderde kosten gematigd moeten worden, gezien de omstandigheden van de zaak en de verhouding tussen partijen. Het hof heeft de vordering tot betaling van advocaatkosten tot € 400,00 toegewezen en de vordering van Het Geldersch Landschap tot terugbetaling van advocaatkosten van € 5.592,78 toegewezen.
Het hof heeft verder geoordeeld dat het boetebeding in de algemene voorwaarden mogelijk als onredelijk bezwarend kan worden aangemerkt, maar heeft de incidentele grief van Het Geldersch Landschap afgewezen. De uitspraak van het hof houdt in dat het bestreden vonnis gedeeltelijk wordt bekrachtigd en gedeeltelijk vernietigd, met een kostenveroordeling voor Het Geldersch Landschap in het hoger beroep.