Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde sub 1]
[geïntimeerde sub 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“
a. arbiters beslissen dat de maatschap ten aanzien van [de moeder] eindigt door rechtsgeldige opzegging tegen de datum van 1 juli 2011.
“Bij arbitraal vonnis d.d. 29 augustus 2011 is een einde gekomen aan de discussies die u een aantal jaren heeft willen voeren met mijn cliënten (…) over de voorgenomen bedrijfsoverdracht van het agrarisch bedrijf (…) [de echtgenoot] heeft aangegeven (…) de maatschap te verlaten tegen 1 juli 2011. Dat betekent dat ik u bij deze mededeel dat per 1 juli 2011 het agrarisch bedrijf wordt voortgezet door de heer [geïntimeerde sub 1] samen met zijn echtgenote mevrouw [geïntimeerde sub 2]. (…)Mijn cliënten zijn van mening dat [appellante] gehouden is thans tenminste het volgende te doen:1. Haar medewerking te verlenen aan het verlijden van de notariële akte waarin de onroerende zaken, productiequota, vergunningen, roerende en eventuele andere aangelegenheden door de heer en [appellante] worden overgedragen aan [geïntimeerden]. Ik heb op verzoek van mijn cliënten inmiddels notaris (...) verzocht om een leveringsakte te concipiëren en [appellante]uit te nodigen voor (tijdige) ondertekening.2. Op [appellante] ligt de verplichting om zich zodanig op te stellen dat het overschrijven van maatschapsrekeningen en financiële tegoeden op naam van [geïntimeerden] in de rede ligt. (…)4. Alle verzekeringen en alle andere financiële aangelegenheden die betrekking hebben op de heer [de echtgenoot] en/of mevrouw [appellante] dienen vanaf 1 juli 2011 te worden betaald vanuit privé en kunnen niet meer als bedrijfskosten worden geboekt. (…). Voor zover nodig dient [appellante] zulks de betreffende partijen te (laten) berichten. (…)”.
1 januari 2004 staat:
“Indien de niet voortzettende vennoot, dan wel diens rechtverkrijgenden, indien daartoe door de voortzettende vennoot gemaand, weigert mee te werken aan de levering der zaken, of anderszins de eigendomsoverdracht belet, verbeurt deze een direct opeisbare boete ten behoeve van de voortzetter, groot € 300.000 of een lagere boete indien een rechter zulks vaststelt, alsmede een niet voor matiging door de rechter vatbare boete van € 500 per dag of een gedeelte van een dag dat de overtreding duurt, onverminderd het recht schadevergoeding te vorderen.”
“Op 21 februari jl. heeft u dan eindelijk uw maatschapsdeel overgedragen aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2]. Dat betekent dat u de boetes bent verbeurd tot en met de datum 20 februari 2012.”
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
ƒ 47.684 in contanten of een bedrag van ƒ 195.000 in contanten en aan dochter [naam] een bedrag in contanten van ƒ 160.000 (omdat zij al veertigduizend gulden in contanten aan schenking had ontvangen). [geïntimeerden] zou tot enig erfgenaam wordt benoemd. Indien [geïntimeerden] het bedrijf niet zou voortzetten, dienden de kinderen geldelijk gezien in gelijke mate te erven.