ECLI:NL:GHARL:2014:9048

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 november 2014
Publicatiedatum
25 november 2014
Zaaknummer
21-004319-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak actieve omkoping gemeenteambtenaar en veroordeling overtreding Wet Wapens en Munitie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo. De verdachte was beschuldigd van actieve omkoping van een gemeenteambtenaar en overtredingen van de Wet Wapens en Munitie. Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie hoger beroep had ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin de verdachte eerder was vrijgesproken van de beschuldigingen van omkoping. Tijdens de zitting op 11 november 2014 heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd, evenals de argumenten van de verdediging, vertegenwoordigd door mr. E.D. Breuning ten Cate.

Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van actieve omkoping. De verdachte had verschillende giften gedaan aan de ambtenaar, maar het hof kon niet vaststellen dat deze giften waren gedaan met het oogmerk om de ambtenaar te bewegen tot bevoordeling van de verdachte in aanbestedingen. De persoonlijke relatie tussen de verdachte en de ambtenaar, evenals de omstandigheden rondom de giften, gaven onvoldoende aanleiding om te concluderen dat er sprake was van omkoping. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de beschuldigingen van actieve omkoping.

Echter, het hof heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan het voorhanden hebben en overdragen van wapens, wat in strijd is met de Wet Wapens en Munitie. De verdachte had een pistoolmitrailleur, een kogelgeweer en een pistool in zijn bezit. Het hof heeft de ernst van deze feiten onderkend en heeft een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, die voorwaardelijk is, en daarnaast een taakstraf van 150 uren. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de aard en ernst van de feiten, en houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004319-12
Uitspraak d.d.: 25 november 2014
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van 5 oktober 2012 met parketnummer 08-700186-11 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 november 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. E.D. Breuning ten Cate, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1. primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland,
een ambtenaar van de gemeente Enschede (Senior projectleider Uitvoering Project Roombeek), genaamd [medeverdachte] (meermalen) een gift of belofte dan wel een dienst, te weten:
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7 april 2007 naar China (reis 1), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22 juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met 15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17 juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië (reis 7), en/of
- een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [rekeningnummer] ING bank dd. 31 december 2008, "[bedrijf 2] rek. landbouwtrekker") heeft gedaan en/of verleend,
* (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte] te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten, en/of
* (telkens) ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte] in zijn huidige ofvroegere bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten,
te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die verdachte en/of de aan verdachte gerelateerde/toebehorende firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met verdachte en/of (vertegenwoordigers van) de aan verdachte gerelateerde/toebehorende firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2];
1. subsidiair:
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland,
een ambtenaar van de gemeente Enschede (Senior projectleider Uitvoering Project Roombeek), genaamd [medeverdachte] (meermalen) een gift of belofte dan wel een dienst, te weten:
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7 april 2007 naar China (reis 1), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22 juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met 15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17 juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië (reis 7), en/of
- een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [rekeningnummer] ING bank dd. 31 december 2008, "[bedrijf 2] rek. landbouwtrekker") heeft gedaan en/of verleend,
* (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte] te bewegen in zijn bediening, in strijd met zijn plicht, iets te doen of na te laten, en/of
* (telkens) ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte] in zijn huidige of vroegere bediening, in strijd met zijn plicht, is gedaan of nagelaten,
te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met (vertegenwoordigers van) de firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
1. meer subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland
een ambtenaar van de gemeente Enschede (Senior projectleider Uitvoering Project Roombeek), genaamd [medeverdachte] (meermalen) een gift of belofte dan wel een dienst, te weten:
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7 april 2007 naar China (reis 1), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22 juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met 15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17 juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië (reis 7), en/of - een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [rekeningnummer] ING bank dd. 31 december 2008, "[bedrijf 2] rek. landbouwtrekker") heeft gedaan en/of verleend,
* (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte], zonder daardoor in strijd met diens plicht te handelen, iets te doen of na te laten, en/of
* (telkens) ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte] in zijn huidige ofvroegere bediening, zonder daardoor in strijd met diens plicht te handelen , is gedaan of nagelaten,
te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die verdachte en/of de aan verdachte gerelateerde/toebehorende firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met verdachte en/of (vertegenwoordigers van) de aan verdachte gerelateerde/toebehorende firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2];
meest subsidiair:
[bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland,
een ambtenaar van de gemeente Enschede (Senior projectleider Uitvoering Project Roombeek), genaamd [medeverdachte] (meermalen) een gift of belofte dan wel een dienst, te weten:
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7 april 2007 naar China (reis 1), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22 juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met 15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17 juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- ( reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië (reis 7), en/of
- een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [rekeningnummer] ING bank dd. 31 december 2008, "[bedrijf 2] rek. landbouwtrekker") heeft gedaan en/of verleend,
* (telkens) met het oogmerk om die [medeverdachte], zonder daardoor in strijd met diens plicht te handelen, iets te doen of na te laten, en/of
* (telkens) ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door die [medeverdachte] in zijn huidige of vroegere bediening, zonder daardoor in strijd met diens plicht te handelen, is gedaan of nagelaten,
te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met (vertegenwoordigers van) de firma('s) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
2:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen (telkens) een wapen van categorie II en/of III, te weten:
- een pistoolmitrailleur (merk Imi, model Uzi), en/of
- een kogelgeweer (merk Anschuts), en/of
- een pistool (merk TOZ), heeft overgedragen aan [medeverdachte] en/of (telkens) voorhanden heeft gehad;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair dan wel meest subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van de tenlastegelegde actieve omkoping als bedoeld in de artikelen 177 en 177a van het Wetboek van Strafrecht dient wettig en overtuigend bewezen te kunnen worden dat verdachte (dan wel het bedrijf waaraan verdachte feitelijk leiding gaf)
het oogmerkhad de ambtenaar [medeverdachte] te bewegen in zijn bediening (al dan niet in strijd met zijn plicht) iets te doen of na te laten. Dat oogmerk kan gericht zijn op een concrete tegenprestatie, maar ook op het doen ontstaan van een speciale relatie die zal leiden tot een voorkeursbehandeling. Naar het oordeel van het hof kan dat oogmerk niet worden bewezen.
Verdachte heeft als aannemer (bouw)opdrachten verricht voor de gemeente Enschede voor het project Roombeek waarvan [medeverdachte] projectleider was. Volgens de beschuldiging van het openbaar ministerie zou verdachte ter begunstiging van zijn zakelijke positie verschillende giften hebben gedaan aan [medeverdachte] in de vorm van reizen, natuurstenen beelden en een (te hoog) bedrag voor een door verdachte van [medeverdachte] gekochte trekker. Voor zover echter reeds bewezen zou kunnen worden dat verdachte [medeverdachte] werkelijk heeft bevoordeeld, biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat er door verdachte giften zijn gedaan met het oogmerk zijn zakelijke positie te versterken bij de aanbesteding van bouwprojecten.
Daarbij acht het hof van belang dat het dossier en de behandeling ter terechtzitting daarvoor verschillende contra-indicaties opleveren. Allereerst neemt het hof in aanmerking dat verdachte en [medeverdachte] ook privé veelvuldig contact hadden. Ze waren buren en hadden gemeenschappelijke interesses, hetgeen de gezamenlijke reizen kan verklaren. Ten aanzien van de reizen is onvoldoende duidelijk geworden dat verdachte daarbij financieel substantieel meer heeft ingelegd dan [medeverdachte]. [medeverdachte] heeft ook zelf facturen van de reizen betaald, terwijl niet valt uit te sluiten dat [medeverdachte] daarnaast kosten heeft verrekend door de kosten van drank, eten, benzine en dergelijke contant voor zijn rekening te nemen. Ten aanzien van de natuurstenen beelden acht het hof het aannemelijk dat deze een gift van Chinese steenleveranciers zijn geweest. Het verschil tussen de aanschafwaarde van de trekker en de door verdachte hiervoor betaalde geldsom is niet van dien aard dat daaruit op zichzelf reeds de conclusie kan worden getrokken dat sprake is van een gift ter begunstiging van verdachtes zakelijke positie. Bij dit alles komt dat [medeverdachte] binnen de gemeente maar zeer beperkt zelfstandig zeggenschap had over de aanbesteding van projecten. Zijn bevoegdheid strekte zich niet verder uit dan tot onderhandse projecten van € 5000,- en dan volgens [medeverdachte] ook nog slechts voor regiewerk, dat wil zeggen werk dat gedaan moet worden binnen een bestaand project dat reeds bij een aannemer in uitvoering is. Ten slotte acht het hof van belang dat het onderzoek van de gemeente naar de aanbestedingspraktijk geen enkele onregelmatigheid heeft opgeleverd en dat verdachte weer opdrachten voor de gemeente verricht.
Al deze omstandigheden staan op zichzelf niet aan een bewezenverklaring in de weg, maar leveren naar het oordeel van het hof wel een belangrijke contra-indicatie op voor het oordeel dat sprake is van giften die zijn gedaan met het oogmerk om [medeverdachte] te bewegen tot bevoordeling van verdachte in de aanbesteding van bouwprojecten. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van de tenlastegelegde actieve omkoping is meer bewijs nodig dan op grond van de hier vaststaande feiten en omstandigheden kan worden aangenomen, gegeven de bestaande zakelijke betrekking tussen [medeverdachte] en verdachte. Dit geldt eens temeer nu de omvang en context van de veronderstelde giften niet helder is geworden en - voor zover deze giften zijn gedaan - gelet op de aard en omvang daarvan ruimte is voor een alternatieve verklaring.
Hierbij merkt het hof op dat het openbaar ministerie in het requisitoir terecht stelt dat voor een bewezenverklaring van actieve omkoping in de zin van artikel 177 en 177a Sr niet nodig is dat de giften ook daadwerkelijk tot voordeel bij de omkoper hebben geleid. Voor het bewijs van actieve omkoping volstaat de vaststelling dat de omkoper de giften heeft gedaan met het oogmerk daarmee voordeel te bewerkstelligen. Het hof begrijpt de overweging van de rechtbank dat geen sprake is van een causale relatie dan ook in die zin en komt langs die weg tot hetzelfde (feitelijke) oordeel als de rechtbank, namelijk dat niet buiten redelijk twijfel is komen vast te staan dat – zo er sprake was van giften – deze zijn gedaan met het oogmerk van begunstiging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op een of meer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2011 tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede
en/althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen (telkens
)een wapen van categorie II
en/of III, te weten:
- een pistoolmitrailleur (merk Imi, model Uzi), en
/of
- een kogelgeweer (merk Anschuts), en
/of
- een pistool (merk TOZ),
heeft overgedragen aan [medeverdachte] en
/of (telkens
)voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op
Handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit begaan is met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit begaan is met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit begaan is met betrekking tot een wapen van categorie II
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, terwijl het feit begaan is met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder overweegt het hof dat verdachte een automatisch wapen, een pistool en een kogelgeweer, voorhanden heeft gehad én heeft overgedragen. Daarmee heeft verdachte gevaar veroorzaakt voor zijn directe omgeving en de omgeving van diegene aan wie hij de wapens heeft overgedragen, alsmede bijgedragen aan het in stand houden van het verboden bezit van wapens.
De hoeveelheid wapens die verdachte aanwezig had en heeft overgedragen en vooral het voorhanden hebben en overdragen van het automatische wapen, rechtvaardigen in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Mede in aanmerking genomen het aanmerkelijke tijdsverloop sinds het instellen van het hoger beroep door het openbaar ministerie en de gevolgen die de beschuldiging van ambtelijke corruptie op verdachte en zijn bedrijven heeft gehad – een beschuldiging waarvan verdachte wordt vrijgesproken maar die aanleiding zijn geweest voor de doorzoeking bij zijn medeverdachte, bij wie de wapens en munitie zijn aangetroffen – acht het hof het opleggen van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf niet proportioneel.
Dat alles leidt ertoe dat het hof in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een werkstraf zal opleggen van de hierna aan te geven duur. Om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen zal het hof daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur opleggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair dan wel 1 meest subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr P. van Kesteren, voorzitter,
mr Y.A.J.M. van Kuijck en mr P.R. Wery, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr R. Robroek, griffier,
en op 25 november 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 25 november 2014.
Tegenwoordig:
mr P. van Kesteren, voorzitter,
mr M.J.M van der Mark, advocaat-generaal,
mr B.T.H. Toonen-Janssen, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.