De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de waarde als bijlage bij het verweerschrift in hoger beroep een taxatiematrix overgelegd met daarin gegevens van de onroerende zaak en van zeven referentieverkopen, alle vrijstaande woningen, gebouwd in de periode van 2000- tot en met 2003, en eveneens gelegen in de wijk [D], samengevat:
[c-straat] 26, met een inhoud van 565 m³, en een kavel van 815 m², verkocht op 3 november 2008 voor € 389.500.
[a-straat] 19, met een inhoud van 544 m³, en een kavel van 671 m², verkocht op 29 april 2008 voor € 350.000.
[a-straat] 42, met een inhoud van 570 m³, en een kavel van 493 m², verkocht op 1 september 2009 voor € 312.500.
[a-straat] 5, met een inhoud van 536 m³, en een kavel van 587 m², verkocht op 1 augustus 2011 voor € 297.500.
[d-straat] 68, met een inhoud van 632 m³, en een kavel van 547 m², verkocht op 10 januari 2011 voor € 390.000.
[d-straat] 96, met een inhoud van 600 m³, en een kavel van 683 m², verkocht op 5 december 2008 voor € 362.500.
[d-straat] 84, met een inhoud van 513 m³, en een kavel van 754 m², verkocht op 15 juni 2009 voor € 357.500.