ECLI:NL:GHARL:2014:8973
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- A.H. Garos
- D.J. Buijs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot omgangsregeling tussen vader en dochter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot omgangsregeling tussen een vader en zijn dochter. De vader, vertegenwoordigd door mr. R. Skála, had in hoger beroep een verzoek ingediend om omgang met zijn dochter, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door mr. J.M. van Rongen, zich hiertegen verzette. Het hof heeft eerder tussenbeschikkingen gegeven op 5 december 2013 en 11 februari 2014, waarin het hof deskundigen heeft ingeschakeld om de situatie te beoordelen. Een deskundigenrapport van mw. drs. [C], gezondheidszorgpsycholoog, concludeerde dat de dochter, [D 2], grote angst en weerstand heeft jegens haar vader, en dat het in haar belang is om geen omgang met hem te hebben.
Tijdens de mondelinge behandeling op 12 augustus 2014 heeft de vader zijn bezwaren geuit tegen de gang van zaken, waaronder het wrakingsverzoek tegen de samenstelling van het hof. Dit verzoek werd echter afgewezen. Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vader voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt naar voren te brengen en dat de procedure niet geschorst hoefde te worden. Het hof heeft de argumenten van de vader, waaronder het verzoek om drs. [C] als getuige te horen, verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren.
Het hof heeft geconcludeerd dat de angst en weerstand van [D 2] reëel zijn en dat het in haar belang is om geen omgang met de vader vast te leggen. De vader lijkt niet in staat om de situatie vanuit het perspectief van zijn dochter te bekijken en blijft strijden voor omgang, wat schadelijk is voor haar ontwikkeling. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen.