ECLI:NL:GHARL:2014:8817
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en belangen van de minderjarige in echtscheidingssituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de omgangsregeling tussen een vader en zijn minderjarige zoon, geboren in 2001. De vader, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, verzocht het hof om een (begeleide) zorgregeling vast te stellen en om de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek te laten verrichten. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft het verzoek van de vader bestreden. Het hof heeft in zijn overwegingen de belangen van de minderjarige centraal gesteld, waarbij het belang van de ontwikkeling van het kind voorop staat.
De vader heeft in het verleden te maken gehad met psychiatrische problematiek, wat heeft geleid tot een ontzegging van het omgangsrecht. Hoewel hij sindsdien positieve stappen heeft gezet, zoals het verbeteren van zijn psychische gezondheid en het opbouwen van een sociaal netwerk, heeft het hof geconstateerd dat hij nog onvoldoende inzicht heeft in zijn rol en de impact van zijn gedrag op de moeder en de kinderen. De moeder, die lijdt aan posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) als gevolg van de eerdere relatie, heeft aangegeven dat de situatie rondom de omgangsregeling haar veiligheid en die van de kinderen in gevaar brengt.
Het hof heeft vastgesteld dat omgang met de vader op dit moment in strijd is met de zwaarwegende belangen van de minderjarige. De vader heeft onvoldoende begrip getoond voor de gevoelens van de moeder en de impact van zijn eerdere gedrag. De minderjarige zelf heeft aangegeven gelukkig te zijn met zijn huidige situatie en geen veranderingen te willen. Gezien de kwetsbare fase van de puberteit waarin hij zich bevindt, heeft het hof besloten dat het in het belang van de minderjarige is om de huidige situatie te handhaven en de omgang met de vader niet toe te staan. De beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd.