Tijdstip: 29-10-13 22:38:57:
002 [verdachte] [sh] bun 017 [slachtoffer1] [sh]
[verdachte]: Hoe is het mogelijk dat je maar zo weinig hebt, terwijl je toen ik je belde steeds bezig
was? Het was al na die stomme oen.
[slachtoffer1]: Welke stomme oen?
[verdachte]: Na die stomme oen.
[slachtoffer1]: Ik heb drie zaken gehad.
[verdachte]: Hoe is het dan mogelijk dat toen ik je belde je ook zei dat de kerel net bij je naar binnen
zat? Nu net toen ik je belde was je weer bezig.
[slachtoffer1]: Ik zeg dat ik drie zaken heb gehad. Eén van 35...
[verdachte]: Hoeveel uren ben dan bezig geweest voor 35, [slachtoffer1]?
[slachtoffer1]: 5 minuten. .. 7 minuten.
[verdachte]: Hoeveel uren ben je ermee bezig geweest? Vertel op. Want ik heb je gebeld en de zaken
kloppen niet met de tijd.
[slachtoffer1]: Waarom zou het niet kloppen met de tijd?
[verdachte]: Omdat het niet klopt. Hoe lang is die kerel voor 35 bij je binnen geweest?
[slachtoffer1]: 15 minuten.
[verdachte]: Geen 15 minuten, want ik heb je gebeld! Je zei dat je bezig was.
[slachtoffer1]: Dan moetje de telefoon maar open laten.
[verdachte]: Wat moet ik open laten, hoer?! Waar ben je in godsnaam mee bezig geweest!
[slachtoffer1]: Ga niet van alles bedenken, dit is de waarheid?
[verdachte]: Hoezo de waarheid? Beide keren dat ik je belde was je bezig! Hoe is het dan
godverdomme mogelijk? En het was al na de oen! Hoe zit het nu?
[slachtoffer1]: Er was er één van 35, één van 20 en nog één van 35. Ik heb 10 uitgegeven, heb sigaretten, twee croissantjes en koffie gekocht. Daarna heb ik de 5 euro uitgegeven, ik heb pizza gekocht.
[verdachte]: Ik heb het over nu! Toen ik je nu net belde! Je was bezig. Daarvoor toen ik je belde was je ook al bezig, de kerel zat al binnen.
[slachtoffer1]: 75 heb ik gegeven...
[verdachte]: Je hebt maar zo kort opgenomen dat ik je niet eens kon vertellen om daar [slachtoffer2] te gaan!
Hoe kon je dan een zaak hebben?
[slachtoffer1]: Ik heb de kerel 75 gegeven.
[verdachte]: Het interesseert me niet hoeveel je die kerel hebt gegeven. Je hoeft me niet te vertellen
hoeveel je de cabineman hebt gegeven. Vertel over dat ik je zojuist gebeld heb. Je zei dat je
een klant had. Toen belde ik je dat je naar [slachtoffer2] moest gaan. Toen had je ook een zaak.
Daarvoor had je de oen. En daarvoor had je een zaak van 35.
[slachtoffer1]: Ik heb drie zaken gehad... één van 35...
[verdachte]: Hoelang is de kerel dan bij je binnen geweest?
[slachtoffer1]: Hij was er maar net binnen.
[verdachte]: Hij was er maar niet binnen, toch? En daarvoor dan? Daarvoor had je ook een zaak! Die
was er ook maar net binnen, toch?
[slachtoffer1]: Wanneer daarvoor? O ja, toen ik niet kon opnemen! Toen had ik geen zaak, maar ik was
op weg naar [slachtoffer2] en ik kon de telefoon niet uit mijn zak halen.
[verdachte]: Ja, ja.
[slachtoffer1]: Daarna heb je gebeld...
O: We hebben het over je laatste van 35, [slachtoffer1]. Hoe lang heeft die zaak van 35 geduurd?
[slachtoffer1]: 10 minuten, 15 minuten...
[verdachte]: Hoe heb je dan twee zaken gehad? Je zei tegen mij dat je een zaak had, dat de kerel er net
binnen was. Toen belde ik je weer...
[slachtoffer1]: Toen je belde was de kerel er net binnen... Eén van 35.
[verdachte]: Maar daarvoor had ik je ook al gebeld! Toen was er ook net iemand binnen! Dan moet het dezelfde kerel zijn geweest! Dus het ziet ernaar uit dat er maar één kerel voor 35 binnen is geweest een heel uur lang!
[slachtoffer1]: Ik heb drie zaken gehad, [verdachte], drie zaken!
[verdachte]: Het maakt niet uit dat je drie zaken hebt gehad! Op grond daarvan staat het zo dat één
kerel voor 35 een uur lang bij je is geweest!
[slachtoffer1]: Dat is niet zo geweest! Laten we niet van alles erbij verzinnen alsjeblieft!
[verdachte]: Laten we niets verzinnen, hoezo verzinnen?
[slachtoffer1]; Waarom heb je de telefoon niet laten lopen? Toen je belde ging de telefoon over, toen
stond ik op het punt naar [slachtoffer2] te gaan, maar zij was met een zaak bezig.
O: [(...) [verdachte] schreeuwt zo hard dat hij buiten adem raakt] .. . ben je zonder toestemming naar
[slachtoffer2] gegaan, hoerendochter? Je blijft er uren te zitten, lulmens! Ok, straks kom je naar
huis, dan zullen we het even over dat uur voor 35 hebben.
[slachtoffer1]: Het duurde geen uur, dat heb jij verzonnen.
[verdachte]: We zullen het erover hebben!
[slachtoffer1]: Dit verzin jij, omdat ik niet verdien...
O: Want toen ik je belde, had je een zaak. Toen belde ik je misschien een halfuur later, want
[slachtoffer2] vroeg dat je even langsging, en toen had je ook een zaak!
[slachtoffer1]: Wanneer dan? Ik heb drie zaken gehad. Van 35, daarvan heb 10 gepakt, een sigaret
gekocht, twee croissants en een koffie.
O: Als je zo op mijn zenuwen blijft werken, dan straf... dan stuur ik je naar huis,
godverdomme! Het interesseert me zelfs niet als ik 5 jaar moet gaan zitten.
[slachtoffer1]: Je hebt gelijk, het is wel zo dat je gelijk hebt, maar ik kan er niets aan doen! Ik heb drie
zaken gehad.
[verdachte]: Je bent iets aan het uitvreten, je houdt iets voor me achter, godverdomme! [[verdachte] schreeuwt
weer zo dat hij buiten adem raakt. Enkele krachttermen zijn nog verstaanbaar - in het
Hongaars houden die verband met geslachtsdelen]
[slachtoffer1]: Ik hou niets achter! Waarom zou ik...? Waarom laat je dan de telefoon niet lopen? Denk
je dat ik mijn eigen geld ergens verstop?
[verdachte]: Je komt nog wel.., we zullen het nog over die ronde van 35 hebben! Toen ik je belde, was je ook bezig!
[slachtoffer1]: Ik kon niet opnemen omdat mijn hand glibberig was. Ik zei iets in de telefoon, want ze
belde net, maar jij zei niets. Maar ik had gedrukt. Ik keek naar het toestel, het was wel
opgenomen. Ik zag liet.
[verdachte]: Ja, ja. Ok. Je zag het.
[slachtoffer1]: En jij zei niets.
[verdachte]: Goed. Ja.
[slachtoffer1]: Ik had opgenomen. Ik zei: hallo, hallo.
[verdachte]: Jij, opgenomen? Hoezo heb je opgenomen? Je hebt niets opgenomen! Het ging over!
Moet het tien keer overgaan tot je eindelijk opneemt? Ik ga eruit rammen wat er gebeurd
was! Geloof je dat ik uit je ga rammen wat er was? Geloof je me?
[slachtoffer1]: Dit is wat we nog missen, omdat ik geen geld heb gemaakt.
[verdachte]: Geloof je me dat ik uitje ga rammen wat er was? Geloof je me, hoer?
[slachtoffer1]: Ik weet niet wat je hebt. Als er iemand zou komen, zou ik gaan neuken. Maar ze komen
niet.
[verdachte]: Geloof je me?
[slachtoffer1]: Het heeft geen nut om mij te slaan, want ik zeg de waarheid. Ik had 35, vervolgens heb ik
voor 20 een lul uitgeklopt, en daarna had ik weer 35. Ik heb de baas 75 gegeven.
[verdachte]: O ja, hoe dat? Je hebt twee keer gezegd dat je een zaak van 35 had. Dat de kerel binnen
zat. Hoe zit dit nou? Dat betekent dat hij voor 35 een uur binnen is geweest.
[slachtoffer1]: Hij is geen uur binnen geweest! Hij is 10 minuten binnen geweest!
[verdachte]: 0 nee? We zien nog wel hoe het zat! Het wordt nog opgehelderd! Je laatste ronde heeft
een uur geduurd!
[slachtoffer1]: Hoezo heeft het een uur geduurd? Ik kon de telefoon niet opnemen! Ik was op weg naar
[slachtoffer2]. Mijn God! Je bedenkt dingen omdat ik niet verdien! Mijn God! Omdat ik 75 aan de
kerel heb gegeven!
[verdachte]: Ok, [slachtoffer1], we gaan het erover hebben als je thuiskomt.
[slachtoffer1]: Waar gaan we het over hebben? Waarom laat je de telefoon dan niet lopen?
[verdachte]: Want ik heb je twee keer gebeld, ik heb je twee keer gezegd dat je wat sneller moest
draaien. Voor die 35 euro die een uur heeft geduurd.
[slachtoffer1]: Hoezo een uur? Waar heb je het over?
[verdachte]: Ik belde je, je zei dat de gozer er net binnen was. Toen ik je voor de tweede keer belde,
was hij er ook net binnen.
[slachtoffer1]: Er was één van 35, één van 20 van wie ik de lul heb uitgeklopt, en één van 35.
Vervolgens heb ik van die 35 wat gepakt voor sigaretten en koffie. Voor 5 euro heb ik pizza
gekocht.
[verdachte]: Goed, je mag dit vertellen wanneer je uit je neus en mond aan het bloeden bent. Het is
voor mij om het even, [slachtoffer1].
[slachtoffer1]: Ik word ook zenuwachtig van hoe het ermee staat... Het maakt mij nog het zenuwachtigst.
[verdachte]: Je weet toch wel dat je het me gaat vertellen als ik je ga af rammen, [slachtoffer1]! Het is toch
duidelijk voor je!
[slachtoffer1]: Ik ben geen uur lang geweest, begrijp je het niet?
[verdachte]: Ben je geen uur geweest?
[slachtoffer1]: Nee. Ik kon de telefoon niet opnemen.
[verdachte]: Je zegt dat je die gozer die het uitgeklopt heeft en je hebt voor 20 binnengelaten.
Vervolgens heb ik je twee keer gebeld en beide keren zei je dat de klant maar net binnen was gekomen, nietwaar? En er was één uur verstreken tussen de twee oproepen.
[slachtoffer1]: Ok, ok, laten we het zitten. Je bedenkt van alles omdat ik niet heb verdiend. Maar ik word er het zenuwachtigst van.
[verdachte]: We gaan het erover hebben als je thuiskomt. Maar ik wed dat je gaat vertellen hoe het was gegaan.
[slachtoffer1]: Je hebt geen gelijk, je hebt geen gelijk, je hebt geen gelijk.
[verdachte]: O nee? Ik ga het uit je trappen! Morgen zul je niet naar je werk kunnen, zo erg ga ik je
vertrappen! Heb je het begrepen? Binnen één uur, en beide keren was je bezig. En het was al
na die stomme oen! Ik ga je vandaag schoppen, hoerendochter! Waar kijk je me voor aan,
godverdomme? Ben ik gek soms? Ben ik soms gek?
[slachtoffer1]: Ik kijk je niet voor gek aan, maar ik heb gelijk!
[verdachte]: Ok, geen probleem, ik heb hier de oproepgeschiedenis. Op de seconde nauwkeurig. Snap
je wel? Ik heb je maar drie seconden gesproken omdat je zei dat je een zaak had. Ik heb het
in mijn telefoon staan!
[slachtoffer1]: En toch ben je me nu voor niets aan het afzeiken.
[verdachte]: Ok, geen probleem, we zullen het er thuis over hebben. Ik heb de oproepen. Geen
probleem!