Uitspraak
[appellant],
de erven [erflater],
1.Het verloop van het geding tot herroeping
"dat uw Hof bij vonnis[het hof begrijpt: arrest]
, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:I. bepaalt dat het tussen partijen gewezen arrest van 20 september 2000 wordt herroepen, waarmee het geding tussen partijen wordt heropend;II. voor recht verklaart dat [erflater], althans zijn erfgenamen, aansprakelijk is, dan wel zijn, voor de door [appellant] geleden en zo mogelijk nog te lijden schade;III. de erfgenamen van [erflater] veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding, nader op te maken bij Staat en te vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van aanvang van het onrechtmatig handelen, dan wel de datum van het ontstaan van de schade tot en met de dag der algehele voldoening;IV. gedaagde veroordeelt in de kosten van de procedure, waaronder begrepen een bedrag aan salaris voor de advocaat van [appellant]."
2.De beoordeling
heeft daarop een procedure aanhangig gemaakt waarin hij heeft gevorderd [erflater] te veroordelen de door hem geleden vermogensschade te vergoeden. Deze procedure heeft geresulteerd in het voornoemde arrest van het gerechtshof Leeuwarden van
Beslissend voor de vraag of [appellant] in zijn vordering kan worden ontvangen is derhalve of de door [appellant] gestelde grond voor herroeping - bedrog - al voor 18 maart 2014 (drie maanden voor het instellen van de herroepingsdagvaarding) aan hem bekend was geworden.
Voorts heeft zich blijkens de stellingen van [appellant] in de procedure die heeft geleid tot het arrest van 20 september 2000, reeds een discussie ontsponnen over het al dan niet bestaan van een lastgevingsovereenkomst. Het hof heeft op dat punt in zijn arrest van