Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
- met het bedrijfskrediet is in 2007 een tweedehands Porsche aangeschaft; dit krediet werd in de jaren 2005 tot begin 2009 jaarlijks geheel of tot een minimaal bedrag afgelost; vanaf 2009 boekte de onderneming door het betrekken van een nieuwe grotere duurdere locatie, de daarmee gepaard gaande investeringen en de niet voorziene aanvang van de crisis echter verlies; vanaf 2011 kon [appellante] het bedrijfskrediet niet meer aflossen;
- de accountant heeft op grond van het vorenstaande in 2007 een positief advies gegeven voor de aanschaf van de tweedehands Porsche althans voor de verhoging van het bedrijfskrediet bij ABN AMRO;
- door de vele mankementen aan de Porsche heeft [appellante] besloten deze in 2008 weer te verkopen voor een bedrag van € 22.000,- en dit bedrag aan te wenden als vergoeding voor [naam echtgenoot] wegens door hem verrichte werkzaamheden voor haar onderneming van gemiddeld 20 uur per week vanaf de start van de onderneming in 2005; [naam echtgenoot] heeft [appellante] aanvankelijk uit coulance vrij gelaten in het bepalen van de wijze en termijn van betaling maar van het begin af aan was evident dat [naam echtgenoot] uiteindelijk betaald moest worden voor zijn werkzaamheden; [appellante] stelt zich dan ook op het standpunt dat zij in dit opzicht volledig te goeder trouw heeft gehandeld.
Het hof neemt tot slot in aanmerking dat [appellante] het omzettingsverzoek mondeling heeft gedaan ter zitting van de rechtbank, zonder dat het verzoek vergezeld ging van een complete schuldenlijst. Uit het verslag van de curator van 15 april 2013 blijkt dat er naast voormelde schuld aan ABN AMRO Bank van € 63.345,91, nog sprake is van 37 andere concurrente vorderingen, waarmee de totale concurrente schuldenlast op € 249.143,53 komt. Door het ontbreken van een schuldenlijst kan het hof niet beoordelen of [appellante] ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de overige schulden al dan niet te goeder trouw is geweest.