Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De vordering en beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
grief 1komt [appellant] op tegen de beslissing van de kantonrechter in rechtsoverweging 2.8 van het bestreden vonnis, dat [appellant] geen feiten en omstandigheden heeft gesteld en ter onderbouwing daarvan stukken heeft overgelegd waaruit met voldoende mate van zekerheid kan worden afgeleid welk bedrag [geïntimeerde] voor het verbruik van gas verschuldigd is, zodat de kantonrechter het er voor houdt dat [geïntimeerde] met de betaling van het bedrag aan voorschotten van in totaal € 6.000,- het verbruik van zowel elektriciteit als gas volledig heeft betaald.
- 4 september 2009 t/m 2 september 2010, verbruik 11.462 m³, prijs: 0,4674027 per m³, totaal: € 5.357,37;
- 2 september 2010 t/m 20 september 2011, verbruik 14.385 m³, prijs: 0,4875919 per m³, totaal: € 6.389,40;
- 20 september 2011 t/m 17 september 2012, verbruik 12.618 m³, prijs: 0,53381518 per m³, totaal: € 6.187,99.
- de aan [appellant] door [X] in rekening gebrachte kosten van verbruik van gas, zoals gespecificeerd in de door [X] opgestelde energieafrekeningen;
- doordat [geïntimeerde] de radiatoren heeft aangelegd, lag het vooral op zijn weg een tussenmeter voor het verbruik van gas te plaatsen, zodat het ontbreken van een tussenmeter in ieder geval niet in zijn voordeel heeft mee te wegen;
- in de periode dat [geïntimeerde] gas heeft verbruik zitten twee winterperiodes en één zomerperiode, waarbij het verbruik van gas ten behoeve van radiatoren in de winterperiode hoger is dan in de zomerperiode;
- [geïntimeerde] heeft in het gehele door hem gehuurde bedrijfsruimte 9 tot 10 radiatoren aangelegd, waarvan 2 tot 3 radiatoren in de werkplaats van circa 100 m² zijn geplaatst en 7 radiatoren buiten die ruimte zijn aangelegd;
- de buizen naar de radiatoren zijn niet geïsoleerd, zodat ook als slechts de radiatoren in de werkplaats worden gebruikt warmteverlies optreedt;
- de werkplaats van circa 100 m² is een hoge ruimte van circa 6 meter en heeft een toegangsdeur – zogeheten vouwgordijnen – die warmteverlies meebrengt, zodat het verwarmen van de werkplaats, waaronder het vorstvrij houden, tot een op zichzelf substantieel verbruik leidt;
- [geïntimeerde] heeft in ieder geval in de laatste fase van de huurovereenkomst de bedrijfsruimte wegens geregeld verblijf bij klanten minder intensief gebruikt, maar de radiatoren werden vanwege de daarin opgeslagen materialen nog wel benut voor het vorstvrij houden van de werkplaats;
- [appellant] verwarmde in ieder geval 155 m² van de door hem gebruikte bedrijfsruimte/kantoorruimte en kantine;
- [X] paste in het aan [appellant] in rekening gebrachte bedrag een reductie toe van € 1.200,00, welke reductie kennelijk ook betrekking heeft op het verbruik van gas en derhalve ook deels ten gunste van [geïntimeerde] heeft mee te wegen.
grief 2het oordeel van de kantonrechter in rechtsoverweging 2.5 van het bestreden vonnis, dat [appellant] zijn stelling, dat er een causaal verband is tussen het springen van de hemelwaterafvoerbuis en de aansluiting van de toiletafvoer, onvoldoende heeft onderbouwd, zodat de vordering van [appellant] tot schadevergoeding van € 8.181,24 wordt afgewezen.
grief 3.