3.3In de akte van huwelijksvoorwaarden is onder meer bepaald:
"VERGOEDING.
Artikel 3.
De echtgenoten zijn, voorzover niet anders bepaald, verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de ene echtgenoot is onttrokken ten bate van de andere echtgenoot, en wel voor het bedrag of de waarde naar het moment van de onttrekking. Deze vergoedingen zijn terstond opeisbaar. Zij dragen de wettelijke rente nadat de echtgenoot die tot vergoeding verplicht is, volgens de wet in gebreke is gesteld.
(…)
VERREKENING INKOMEN.
Artikel 8.
1. De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hun hierna te omschrijven inkomen, onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de gemeenschappelijke huishouding samen te voegen ter verdeling bij helfte.
2. Onder inkomen wordt in deze akte verstaan het netto inkomen, verminderd met de daarover verschuldigde inkomstenbelasting en premieheffing voor zover deze niet reeds op het netto inkomen in mindering zijn gebracht, met dien verstande, dat inkomsten belast naar een evenredig inkomstenbelastingtarief, met uitzondering van dividend, (het zogenaamde proportionele tarief) en die inkomstenbelasting zelf niet in aanmerking worden genomen. Ook valt het inkomen uit vermogen onder het te verrekenen inkomen, tenzij bij de verkrijging van vermogen is bepaald, dat de revenuen niet verrekend worden.
3. Van het inkomensbegrip kan worden afgeweken indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Bijzondere omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn:
- dat het inkomensbegrip beïnvloed wordt door versnelde of buitengewone afschrijvingen;
- dat meer in het algemeen één van partijen in overwegende mate bij machte is de omvang van zijn inkomen te bepalen.
4. De verrekening houdt in, dat het inkomen van partijen na aftrek van de kosten van de huishouding, gelijk tussen hen wordt verdeeld.
5. De verrekening van het inkomen moet gedaan worden in geld en wel binnen vijftien maanden na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.
6. Ter uitvoering van de in het vierde lid genoemde verdeling erkent de ene echtgenoot aan de andere een bedrag schuldig, zo, dat ieder van hen de helft geniet van het samengevoegde inkomen.
De echtgenoot op wie ten gevolge van de verrekening een vordering ontstaat kan verlangen, dat deze vordering tijdens het huwelijk of tot de scheiding van tafel en bed niet opeisbaar is.
De vordering draagt, tenzij partijen anders overeenkomen, de wettelijke rente vanaf het moment, dat de vordering is vastgesteld. Zij moet duidelijk blijken uit de administratie van de echtgenoten.
Wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de echtgenoot die de vordering heeft, verlangen dat er voldoende zekerheid wordt gesteld.
Wanneer niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan of wanneer de echtgenoot die moet betalen failleert of in surséance van betaling verkeert, is de vordering direkt opeisbaar.
Na ontbinding van het huwelijk of na scheiding van tafel en bed is de vordering na een maand nadat de hoogte daarvan is vastgesteld, opeisbaar tenzij bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
7. Indien een op grond van het vorenstaande verplichte verrekening over twee of meer kalenderjaren achterwege is gebleven zonder dat de echtgenoten dit uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen, zal op eerste vordering van de echtgenoot die verrekening wenst, alsnog over die kalenderjaren verrekening van inkomen plaats
vinden op de volgende wijze:
De echtgenoot die tijdens de desbetreffende kalenderjaren het hoogste inkomen heeft genoten, zal aan de andere echtgenoot uitkeren een bedrag gelijk aan één/zesde deel van het totaal van de voor die jaren geldende bruto uitkeringen ingevolge de
Algemene Ouderdoms Wet (inclusief vakantietoeslag) voor een niet samenwonende ongehuwde.
Indien een echtgenoot door middel van schriftelijke stukken kan aantonen dat de ingevolge de vorige volzin te bepalen uitkering hoger is dan hetgeen op grond van het in dit artikel bepaalde had moeten worden uitgekeerd, zal de hogere uitkering in de plaats komen van de in de vorige volzin bedoelde uitkering.
Over die uitkering is een rente, zoals bedoeld in lid 6, verschuldigd.
Indien onduidelijkheid mocht bestaan over de vraag wie van de echtgenoten gedurende de desbetreffende kalenderjaren het hoogste inkomen heeft genoten, zal diegene van de echtgenoten wiens vermogen vanaf de datum van het huwelijk tot de datum van echtscheiding/ scheiding van tafel en bed, anders dan door verkrijgingen op grond van schenking(en) en/of erfrecht, het meest is toegenomen, geacht worden het hoogste inkomen te hebben genoten.
8. Partijen sluiten iedere andere verrekening op grond van het Wettelijk deelgenootschap of op welke andere grond ook, uitdrukkelijk uit.
9. Indien partijen het niet eens zijn over de vraag of er sprake is van een bijzondere omstandigheid zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel, kunnen partijen in onderling overleg een deskundige aanwijzen die bij wijze van bindend advies de wijze van verrekening vast zal stellen. Bij gebreke van overeenstemming over de aanwijzing van deze deskundige, zal deze worden benoemd door de Kantonrechter te Zwolle.
Artikel 9.
Het recht tot het vorderen van de verrekening vervalt indien deze niet heeft plaats gehad of schriftelijk gevorderd is binnen vijftien maanden na ontbinding van het huwelijk of na de scheiding van tafel en bed.
Artikel 10.
Geen verrekening heeft plaats:
a. over de tijd, dat de echtgenoten anders dan in onderling overleg niet samenwonen of dat tussen hen scheiding van tafel en bed bestaat;
b. over het kalenderjaar dat het inkomen van een echtgenoot tengevolge van verlies in een zelfstandig uitgeoefend beroep of bedrijf van die echtgenoot, negatief is en over volgende kalenderjaren indien en voorzover het voor verrekening vatbare inkomen van de betreffende echtgenoot niet het bedrag van het verlies heeft bereikt;
c. indien een echtgenoot surséance van betaling heeft aangevraagd, in staat van faillissement verkeert of wel verkeerd heeft.
Verrekening zal na einde van het faillissement (wederom) wel plaatshebben indien en zodra het vermogen van deze echtgenoot positief is."