Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: de man,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van de kinderalimentatie voor [kind 1], geboren op [geboortedatum] 2012. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de alimentatie vastgesteld op € 220,- per maand door de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, in de beschikking van 20 november 2013. De man heeft in hoger beroep grieven ingediend met betrekking tot zijn draagkracht, en verzocht de beschikking te vernietigen of de bijdrage te verlagen. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Het hof heeft vastgesteld dat de man in 2013 een Ziektewet-uitkering ontving en sinds medio 2014 een WW-uitkering. De vrouw heeft een netto inkomen van circa € 1.100 per vier weken. Het hof heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld aan de hand van de richtlijnen van de Expertgroep Alimentatienormen. De man heeft zijn financiële situatie uiteengezet, inclusief zijn schulden en de gevolgen van zijn huwelijk met [A], die ook kinderen heeft. Het hof heeft geoordeeld dat de man in staat is om de door de rechtbank vastgestelde bijdrage van € 220,- per maand te betalen, ondanks zijn beroep op de aanvaardbaarheidstoets met betrekking tot zijn schulden.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de man met ingang van 23 mei 2013 € 220,- per maand zal betalen, en met ingang van 16 juni 2014 € 25,- per maand. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.