4.2De man is met negen grieven in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van 20 november 2013. Deze grieven beogen het geschil in hoger beroep in volle omvang aan de orde te stellen. Daarnaast heeft de man zijn verzoeken aangevuld.
De man verzoekt:
Partneralimentatie
de beschikking van de rechtbank Utrecht van 23 december 2009, alsmede artikel 2.1 van het door partijen op 26 november 2009 ondertekende echtscheidingsconvenant te wijzigen in die zin dat met ingang van 30 november 2012 de bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud van de vrouw op nihil wordt gesteld, dan wel op een dusdanig (lager) bedrag en met ingang van een dusdanige datum als het hof juist acht;
onder gehoudenheid van de vrouw om de sinds 30 november 2012 teveel door haar ontvangen partneralimentatie aan de man terug te betalen binnen twee weken na betekening van de door het hof te wijzen beschikking, dan wel onder gehoudenheid van de vrouw om het teveel door haar ontvangen bedrag terug te betalen vanaf een dusdanige datum als het hof juist acht, binnen twee weken na betekening van de door het hof te wijzen beschikking;
voorwaardelijk, voor het geval de bijdrage van de man in het levensonderhoud van de vrouw niet op nihil wordt gesteld conform het sub 1 verzochte, de beschikking van de rechtbank Utrecht van 23 december 2009, alsmede artikel 2.1 van het door partijen op 26 november 2009 ondertekende echtscheidingsconvenant te wijzigen in die zin dat de door de man te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw wordt teruggebracht op de volgende wijze:
* per januari 2014: € 1.743 per maand;
* per 1 januari 2015 € 1.162,- per maand;
* per 1 januari 2016: € 581,- per maand;
* per 1 januari 2017: beëindiging, althans nihilstelling;
althans een door het hof in goede orde vast te stellen in tijd gelimiteerde afbouwregeling, een en ander zonder de mogelijkheid tot verlenging, althans dat de alimentatie per 1 januari 2017, dan wel een in goede orde te bepalen datum, wordt beëindigd dan wel op nihil gesteld.
4. voorwaardelijk, voor het geval de man gehouden zal zijn tot het betalen van enige bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw en zij haar verplichting conform 6.1 van het echtscheidingsconvenant niet zal nakomen en de bank de man ten gevolge hiervan zal aanspreken, voor recht te verklaren dat hij gerechtigd zal zijn om door hem gedane betalingen uit hoofde van de hypothecaire lening met nummer [.......] rustende op de onroerende zaak gelegen aan het [adres 2] te ([postcode]) [plaats 2] waarvoor de vrouw draagplichtig is, te verrekenen met de partneralimentatie die hij verschuldigd zal zijn aan de vrouw;
Kinderalimentatie
5. de beschikking van de rechtbank Utrecht van 23 december 2009, alsmede artikel 8.1 van het op 26 november 2009 door partijen ondertekende ouderschapsplan te wijzigen in die zin dat met ingang van 30 november 2012 de bijdrage van de man in de kosten van de verzorging en opvoeding van de kinderen op nihil wordt gesteld, dan wel op een dusdanig (lager) bedrag en met ingang van een dusdanige datum als het hof juist acht, kosten rechtens.