Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, waarbij zij niet-ontvankelijk was verklaard in haar verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank oordeelde dat [appellante] niet had aangetoond dat er geen reële mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke schuldregeling. Het hof heeft de zaak behandeld op 1 oktober 2014, waarbij [appellante] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. H.L. Thiescheffer, en de beschermingsbewindvoerder. Het hof constateerde dat er weliswaar een inventarisatie van de schulden had plaatsgevonden, maar dat er geen buitengerechtelijke regeling tot stand was gekomen. Het hof oordeelde dat de verklaring van de schuldhulpverlener onvoldoende was om aan te tonen dat er geen mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke regeling. Het hof kwam tot de conclusie dat [appellante] wel ontvankelijk was in haar verzoek, maar wees het verzoek om de wettelijke schuldsaneringsregeling af. Het hof benadrukte dat [appellante] in de toekomst opnieuw een verzoek kan indienen, mits zij een volledig dossier en de benodigde verklaringen kan overleggen.