Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 30 juli 2013 te Nieuwegein, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk en al dan niet met voorbedachte rade [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 1] met een (geprepareerd) mes althans een scherp voorwerp, (met kracht) in de borst (ter hoogte van het hart) en/of in het hart, althans in het lichaam, gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
hij op of omstreeks 25 augustus 2012 te Zwaag, gemeente Hoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] (meerdere malen) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de rug heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
hij op of omstreeks 25 augustus 2012 te Zwaag, gemeente Hoorn,, aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten een klaplong), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer 2] opzettelijk (meerdere malen) met een mes, althans scherp en/of puntig voorwerp in de rug te steken;
hij op of omstreeks 25 augustus 2012 te Zwaag, gemeente Hoorn,, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 2] (meerdere malen) met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de rug heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Ten aanzien van parketnummer 16-653604-13
Ten aanzien van parketnummer 16-702039-13
Bewezenverklaring
of omstreeks30 juli 2013 te Nieuwegein,
althans in het arrondissement Midden-Nederland,opzettelijk
en al dan niet met voorbedachte rade[slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk
en na kalm beraad en rustig overleg, meermalen, althans eenmaal,die [slachtoffer 1] met een (geprepareerd) mes
althans een scherp voorwerp, (met kracht
)in de borst
(ter hoogte van het hart
) en/of in het hart, althans in het lichaam,gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] is overleden;
hij op
of omstreeks25 augustus 2012 te Zwaag, gemeente Hoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 2]
(meerdere malen)met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpin de rug heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 658,68 (zeshonderdachtenvijftig euro en achtenzestig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 658,68 (zeshonderdachtenvijftig euro en achtenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
13 (dertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 658,68 (zeshonderdachtenvijftig euro en achtenzestig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 658,68 (zeshonderdachtenvijftig euro en achtenzestig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
13 (dertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.238,95 (duizend tweehonderdachtendertig euro en vijfennegentig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
€ 1.752,00 (duizend zevenhonderdtweeënvijftig euro) bestaande uit € 152,00 (honderdtweeënvijftig euro) materiële schade en € 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.752,00 (duizend zevenhonderdtweeënvijftig euro) bestaande uit € 152,00 (honderdtweeënvijftig euro) materiële schade en € 1.600,00 (duizend zeshonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.