Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
terbeschikkinggestelde [naam terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank Overijssel had eerder op 24 juni 2014 besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Het hof oordeelt dat, wanneer aannemelijk is dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van één jaar, de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd dient te worden. Dit is in dit geval van toepassing, aangezien zowel de kliniek als de terbeschikkinggestelde zelf van mening zijn dat er geen zicht is op een einde van de maatregel binnen de komende twee jaar.
Tijdens de zitting op 18 september 2014 heeft de terbeschikkinggestelde verklaard dat hij liever een verlenging van één jaar zou zien, omdat hij dan beter in staat is zijn motivatie vast te houden. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft dit standpunt ondersteund, maar het hof heeft geoordeeld dat de motivatie van de terbeschikkinggestelde primair moet komen uit de behandeling en de resultaten daarvan. Het hof heeft geen reden om te twijfelen aan de voortgang van de behandeling, gezien de goede samenwerking tussen de terbeschikkinggestelde en de kliniek.
Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en verlengt de terbeschikkingstelling met twee jaar, omdat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen. De beslissing is genomen door een kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, met de ondersteuning van twee raden en een griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 oktober 2014.