Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
betaling van al hetgeen per dagvaarding de dato 1 juni 2004 in eerste aanleg is gevorderd,
tot afwijzing dan wel niet ontvankelijk verklaring van de vorderingen van geïntimeerde [geïntimeerde], dan wel deze haar te ontzeggen,
Geïntimeerde [geïntimeerde] te veroordelen in de kosten van beide instanties."
3.De beoordeling
grief 1stelt [appellant] de hoogte van de door de rechtbank vastgestelde vergoeding voor de door [appellant] geleverde materialen en verrichte werkzaamheden aan de orde. Hij acht het met name onbegrijpelijk dat de rechtbank de aanvankelijk door de deskundige op € 65.000,-, exclusief btw, bepaalde redelijke prijs heeft gecorrigeerd naar € 53.414,-, exclusief btw, en heeft in dat verband verschillende bezwaren geuit tegen de wijze van handelen van de deskundigen en de rechtbank.
"Daarnaast is de raming van [D] gebaseerd op uitvoering in 2002"in het rapport er op wijzen dat [deskundige 1] is uitgegaan van een ander prijspeil dan dat van 2002.
grief 2 en grief 5 (gedeeltelijk)komt [appellant] op tegen het oordeel van de rechtbank (vonnis van 11 januari 2012, rechtsoverweging 2.9) dat de door Essent berekende kosten van € 12.450,-, exclusief btw, ter zake van het leveren, leggen en aansluiten van een kabel van het transformatorstation [adres] naar de bedrijfshal [adres] over een lengte van circa 300 meter als herstelkosten dienen te worden beschouwd en derhalve door hem aan [geïntimeerde] dienen te worden vergoed.
"Riolering en Afscheiders". In dat licht acht het hof de stelling van [appellant] dat hij de olie- en vetafscheider niet heeft geplaatst zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, niet geloofwaardig. Het hof zal daar dan ook aan voorbij gaan.
€ 3.899,50
grief 6stelt [appellant] aan de orde dat de rechtbank enerzijds de kosten van herstel heeft geïndexeerd naar het prijspeil van 2012, maar anderzijds de wettelijke rente over de kosten van herstel laat ingaan op 28 juli 2004. Hij acht dat niet met elkaar te verenigen. Verder is volgens hem niet duidelijk of het gaat om de wettelijke rente of de wettelijke handelsrente en heeft de rechtbank rente toegewezen over de btw.
4.De beslissing
dinsdag 21 oktober 2014,
dinsdag 21 oktober 2014,