Uitspraak
Bpf Beroepsvervoer,
Sneltaxi,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 september 2014 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding tussen de Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het beroepsvervoer over de weg (Bpf Beroepsvervoer) en de Coöperatieve vereniging "Sneltaxi Amsterdam" U.A. De vordering van Bpf Beroepsvervoer was gericht op het verkrijgen van premiegegevens van Sneltaxi, die zij volgens de pensioenwetgeving verplicht was te verstrekken. In eerste aanleg had de kantonrechter in Almere op 18 december 2013 de vordering van Bpf Beroepsvervoer afgewezen, omdat Sneltaxi aannemelijk had gemaakt dat zij niet over de gevraagde gegevens beschikte. Bpf Beroepsvervoer ging in hoger beroep, waarbij zij stelde dat Sneltaxi wel degelijk in staat moest zijn om de gegevens te verstrekken.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en de grieven van Bpf Beroepsvervoer gezamenlijk beoordeeld. Het hof oordeelde dat Sneltaxi niet in staat was om de gevraagde gegevens over de jaren 2004 tot en met 2010 te verstrekken, omdat haar administratie niet zodanig was ingericht dat deze informatie kon worden opgevraagd. Bpf Beroepsvervoer had niet onderbouwd dat Sneltaxi de administratie op korte termijn kon reconstrueren, wat leidde tot de conclusie dat de vordering niet toewijsbaar was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Bpf Beroepsvervoer in de kosten van het hoger beroep.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers in het kader van pensioenregistratie en de noodzaak voor een deugdelijke administratie. Het hof wees erop dat Bpf Beroepsvervoer over andere middelen beschikte om haar belangen te behartigen, en dat de vordering niet kon worden toegewezen op basis van de huidige omstandigheden.