Uitspraak
[appellant],
Bronnenbad,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
"
a. Wilt u op grond van uw onderzoeksbevindingen zo uitgebreid mogelijk en gemotiveerd aangeven wat zowel voor, tijdens als na de opgieting op de hierna volgende plaatsen de temperatuur van de vloer van de Kelo-sauna en de luchtvochtigheid in de Kelo-sauna is?- in de nabijheid van de sauna-ingang;- circa 15 centimeter van de zitplaatsen;- circa 15 cm van de sauna-omranding;- in het midden van de omloop (op de matten aldaar);- op diverse plaatsen tussen het midden van de omloop en de sauna-omranding dan wel de zitplaatsen.b. De Kelo-sauna kan in vier kwarten verdeeld worden. Wilt u op ieder kwart voornoemde metingen verrichten?"
"Allereerst zijn naar mijn mening de omstandigheden op de meetdag vergelijkbaar waren met de situatie op 15 juni 2010. de ingestelde en gemeten luchttemperaturen zijn zeer gebruikelijk voor een opgietsauna. Wat wel veranderd is, is het feit dat er in de sauna-omranding gaten zijn geboord. Deze hebben naar mijn mening geen wezenlijke invloed op de resultaten.De temperaturen van de saunavloer zijn gelijkmatig verdeeld, met een variatie van ca. 5 graden. (Alleen bij de deur is er een grotere afkoeling door tocht onder de deur).De vloer rondom voor de banken is ca. 50° C in dit loopt dan op naar maximaal 54 °C bij de kachelrand. (Lijnen B, C en D)In de nabijheid van de ingang zijn al deze temperaturen merkbaar lager. De vloer wordt hier gekoeld door de koudere lucht van buiten die onder de deur naar binnen stroomt. (Lijn A)De openhaard heeft nog een effect in lijn C waar het midden heter is dan de rand bij de kachel.Deze resultaten zijn ook te zien in de onderstaande figuur.(…)De temperatuurverhoging van de vloer ten gevolge van de opgietsessie is ca. 1 °C. Dit effect is minimaal, vergeleken met de temperatuur van ruim 50 °C die de vloer al had.(…)De opgietsessie veroorzaakt wel een daling in de luchttemperatuur van enkele graden. Tegelijkertijd stijgt de luchtvochtigheid van de ruimte sterk. Dit verschil in luchtvochtigheid is het normaal beoogde effect van een opgietsessie.Tijdens en direct na de opgietsessie zal de kachel maximaal branden om de luchttemperatuur weer te verhogen naar de ingestelde waarde. Ook op de meetdag was te zien dat de aanvangsluchttemperatuur 76 °C na een daling bij de opgietsessie (74 °C), na de opgietsessie alweer gemeten werd op 77 °C.Op de veronderstelde looproute die dhr. [appellant] genomen heeft is de vloertemperatuur niet afwijkend van de temperaturen die gemeten zijn op de rest van de vloer. Op de plek (X3) waar hij met de voet op de vloer zegt te zijn gestapt varieert de temperatuur van 51,9 °C voor de opgietsessie tot 53,1 °C tijdens de opgietsessie.De gemiddelde gemeten temperatuur van de saunavloer op de plek waar dhr. [appellant] zijn voet zegt te hebben geplaatst (X3) was in november 2013 derhalve 52,5 °C."
"Deze gaten zijn op zich niet ongewoon voor een saunagaskachel. Het doel is een betere luchtcirculatie te laten ontstaan opdat de luchttemperatuur in de sauna meer gelijkmatig wordt.In bijlage 1 is een schematische weergave gegeven van het verschil met en zonder gaten op het temperatuurverloop binnen de sauna.(…)Deze twee tegenovergestelde effecten zijn moeilijk te berekenen, maar het resulterende effect zal nooit zo groot zijn dat dit de temperatuur van de vloer wezenlijk zal veranderen.
"De ingestelde waarden en het temperatuurverloop van deze sauna zijn representatief voor een opgietsauna en wijken niet af van een normaal gebruik van deze sauna's.".
"
De feitelijke grondslag van de vordering van [appellant] is dat hij op 15 juni 2010 aanwezig was in de Kelo-sauna toen daar rond 16.00 uur een opgieting plaatsvond. Door de opgieting nam de temperatuur sterk toe. Vanwege de warmte wilden de bezoekers naar buiten. Omdat er een vrouw in de weg stond, moest [appellant] even opzij stappen. Daarbij is hij met de linkervoet naast de matten op (het niet met matten bedekte deel van) de vloer gekomen. De vloer was zo heet dat [appellant] een brandwond aan de linkervoet heeft opgelopen. [appellant] voelde dat direct toen hij opzij stapte."
Op de aldus omschreven feitelijke grondslag heeft [appellant] zijn stellingen over de aansprakelijkheid van Bronnenbad gebaseerd. Volgens [appellant] heeft Bronnenbad voor onnodige gevaarzetting gezorgd, doordat belangrijke delen van de hete stenen vloer in de sauna niet geïsoleerd en onbedekt waren, een waarschuwing hiervoor ontbrak en Bronnenbad aan bezoekers het dragen van slippers in de sauna heeft verboden (inleidende dagvaarding onder 11). Het dragen van slippers had kunnen voorkomen dat [appellant] met onbedekte huid de hete stenen vloer raakte (inleidende dagvaarding onder 10). Deze stelling heeft [appellant] in de loop van de procedure herhaald. In zijn akte in eerste aanleg d.d. 19 mei 2011 heeft hij opgemerkt dat Bronnenbad onverantwoord heeft gehandeld door niet de hele stenen vloer met kunststof matten te bedekken (blz. 2). Bij gelegenheid van de comparitie in eerste aanleg heeft hij dat herhaald (vgl. blz. 2 van de notitie mr. Van Dijk). In de memorie van grieven heeft [appellant] Bronnenbad opnieuw verweten te hebben nagelaten de gehele vloer van de sauna met matten te bedekken (MvG nr. 24). Hij heeft er aan toegevoegd dat Bronnenbad heeft nagelaten er voor te zorgen dat ook het onbedekte gedeelte van de stenen vloer een dragelijke temperatuur had (MvG nr. 25). Ook in het vervolg van deze memorie heeft [appellant] de aansprakelijkheid van Bronnenbad verbonden aan de te hoge temperatuur van de stenen vloer en het nalaten van het treffen van beschermingsmaatregelen (het bedekken van de vloer met matten of het uitreiken van slippers aan bezoeken) tegen die hoge temperatuur (vgl. MvG nrs. 28, 29 en 54). Bij gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep heeft [appellant] de aansprakelijkheid van Bronnenbad, op basis van de al genoemde feitelijke grondslag, verbonden aan het feit dat Bronnenbad er niet voor heeft gezorgd dat de vloer geheel was afgedekt dan wel dat deze vloer niet te heet kon worden
heeft echter aangevoerd dat de vloer op de plek waar hij de brandwand zou hebben opgelopen veel warmer was dan elders omdat de vloer daar niet bedekt was, maar elders wel. Die bedekking vormde een bescherming tegen de hete vloer. Uit het rapport van de deskundige volgt ook - en Bronnenbad wijst daar in haar memorie na deskundigenbericht ook op - dat de temperatuur van de matten nagenoeg gelijk is aan de temperratuur van de tegelvloer. Op blz. 11 van zijn rapport heeft de deskundige geschreven:
"De temperatuur van de rubberen matten is nagemeten en bleek nagenoeg gelijk te zijn met de temperatuur van de tegelvloer. Daarom is de temperatuur gemeten door met de temperatuurvoeler (contactmeter) rechtstreeks de vloer te meten. Dit is de meest directe manier om de temperatuur te bepalen."[appellant] heeft (ook) deze bevinding van de deskundige niet weersproken. Het hof ziet geen reden deze bevinding, die is gebaseerd op een eigen waarneming van de deskundige gedurende zijn onderzoek, terzijde te stellen. Er kan dan ook van worden uitgegaan dat de matten - die volgens [appellant] ten tijde van zijn bezoek aan de sauna ook nog versleten waren - geen bescherming boden tegen de hoge temperatuur van de daaronder liggende vloer. De temperatuur op de mat was immers bijna gelijk aan de temperatuur van de vloer onder de mat.