Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordelingNieuwe productie
De ontvankelijkheid
NJ1994, 7, geen verzet, doch hoger beroep open.
Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft [appellant] een e-mailbericht d.d. 28 januari 2014 gericht aan de rechtbank Midden-Nederland overgelegd - dat is verzonden naar het e‑mailadres "civil.rb.mnl.lelystad@rechtspraak.nl" - waarin de volgende passage is opgenomen:
"Inzake [geïntimeerde] vs [appellant] Hun dossiernummer [nummer] Rolzitting 29 januari 2014 om 09 30 uur Mijne heren, Met dit schrijven verzoek ik u de rolziitting van 29 januari 2014 om 09 30 uur de verzetten uit reden dat mij, ondertekende, het nodige bewijsmateriaal, hetgeen nodig is voor de onderbouwing van de procedure, nog niet in handen is.".
civil.rb.mnl.lelystad@rechtspraak.nl, zal het hof als niet ter zake dienend passeren. Uit de door [appellant] zelf overgelegde stukken blijkt immers dat (daargelaten de vraag of het voor [appellant] mogelijk was bij wege van een e-mailbericht in de procedure te verschijnen) het door de rechtbank Midden-Nederland locatie Almere, afdeling civiel recht, kantonzaken, gebezigde e-mailadres "Civiel.RB-MNL.lelystad@rechtspraak.nl" luidt en niet het door [appellant] in zijn bewijsaanbod genoemde "civil.rb.mnl.lelystad@rechtspraak.nl".