Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
12.[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden 1 t/m 16]
[geïntimeerden],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
[appellant]. Voorafgaand aan de koop is tussen (de makelaars van) koper en verkopers aan de orde geweest dat in het dak en de schoorsteen van de boerderij asbest was verwerkt. In de op 25 juli 2011 door koper en verkopers ondertekende koopakte is onder meer het volgende bepaald:
“Artikel 7 GebruikHet registergoed zal hij de eigendomsoverdracht of - indien eerder - hij de feitelijke aflevering, de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper heeft het registergoed gebruikt als bedrijfswoning en paardenstalling met agrarische grond, hetgeen partijen als normaal gebruik beschouwen.(…)
De verkoper staat niet in voor:- andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn,- aan koper kenbare gebreken op het moment van het sluiten van de overeenkomst,- hem onbekende (*enlof) onzichtbare gebreken.(...)
“Artikel 9a - Verklaringen koperDe koper verklaart (behoudens geparafeerde doorhalingen):- het registergoed voldoende te hebben geïnspecteerd en verkoper nimmer aan te kunnen spreken op eventuele gebreken, welke voor hem kenbaar kunnen zijn;- wel bekend te zijn met de in-, op- of aan voornoemd registergoed aanwezig zijnde asbesthoudende stoffen en verklaart deze stoffen te aanvaarden en ermee bekend te zijn, dat bij verwijdering daarvan op grond van de milieuwetgeving speciale maatregelen genomen dienen te worden. De koper verklaart de verkoper te vrijwaren voor alle aansprakelijkheid, die uit de verwijdering van de hiervoor bedoelde asbest kan voortvloeien;”(...)
“- ermee bekend te zijn dat het registergoed is gebouwd omstreeks/rond 1930 en bekend te zijn met de dienovereenkomstige staat van onderhoud, in het bijzonder voor wat betreft houtwerk, dak, vloeren, muren, bedradingen, leidingen en lozingen.”
“Bodemgesteldheid, ondergrondse tank, asbestArtikel 6”(...)
“3. Voor zover aan de koper bekend, is in het verkochte asbest verwerkt. Bij eventuele verwijdering van asbesthoudende materialen dienen op grond van milieuwetgeving speciale maatregelen te worden genomen en komt verwijdering voor rekening en risico van koper. De koper is hiermee bekend en vrijwaart de verkoper voor alle aansprakelijkheid die uit de aanwezigheid van enig asbest in het gekochte kan voortvloeien.”
“Ruimte : schuurObject: PlaatmateriaalKenmerken: type: asbesthoudende hulpconstructies.Hoeveelheid: onbekendAsbestsoort: Chrysoliet 2-5%Staat van binding: hechtgebondenKwaliteit asbestbron: beschadigdRisicoklasse: 2Saneringsmethodiek: Containment”
“Find Asbestinventarisatie adviseert om alle asbesthoudende materialen - dus ook asbesthoudende materialen die in risicoklasse 1 zijn ingedeeld - te laten verwijderen door een SC-530 gecertificeerd bedrijf.”
“Tijdens de verbouwwerkzaamheden is door de bouwondernemer asbestverdacht materiaal aangetroffen na het maken van een gat in de betonvloer.Voor de verbouwwerkzaamheden was het nodig om gaten in de vloer te maken, na het openmaken van de vloer is het asbesthoudende materiaal aangetroffen. Het aanwezige asbesthoudende materiaal was zonder tussenlaag aanwezig onder de betonvloer. Daar het asbest na het openen van de betonvloer open aanwezig was konden de verbouwwerkzaamheden hier niet verdergaan.Na het aantreffen van het asbesthoudende materiaal diende er dan ook een asbestinventarisatierapport opgesteld te worden alvorens verdere verbouw /saneringswerkzaamheden uitgevoerd konden worden.Uit de inventarisatie is gebleken dat het aangetroffen materiaal inderdaad asbesthoudend was. Gezien de uit te voeren werkzaamheden (gaten in betonvloer maken / delen van vloer verwijderen) was er een risico dat er de uitvoerende medewerkers blootgesteld zouden worden aanAs bêste
. Voor het realiseren van de geplande verbouwing was het dan ook noodzakelijk dat het asbesthoudende materiaal werd gesaneerd.”(…)
“12.6Van een gebouw van 100 jaar oud kan men asbesthoudend materiaal verwachten. Het aangetroffen asbesthoudende materiaal onder betonvloer was alleen zichtbaar na het verwijderen van de betonvloer. Tijdens een type A / 8 inventarisatie conform SC540 was dit materiaal niet zichtbaar. Het klopt dat er in oude funderingslagen regelmatig echter asbesthoudend materiaal aanwezig is. Een funderingslaag is echter iets anders dan een afvaldepot met asbesthoudend materiaal, en depot met afvalstoffen zul je dan ook niet bij veel boerderijen onder een betonvloer aantreffen.”(…)
“12.10Voor de verbouwwerkzaamheden was het nodig om gaten in de vloer te maken, na het openmaken van de vloer is het asbesthoudende materiaal aangetroffen. Het aanwezige asbesthoudende materiaal was zonder tussenlaag aanwezig onder de betonvloer. Daar het asbest na het openen van de de betonvloer open aanwezig was konden de verbouwwerkzaamheden hier niet verdergaan. Na het aantreffen van het asbesthoudende materiaal diende er dan ook een asbestinventarisatierapport opgesteld te worden alvorens verdere verbouw / saneringswerkzaamheden uitgevoerd konden worden.12.11Uit de inventarisatie is gebleken dat het aangetroffen materiaal inderdaad asbesthoudend was. Gezien de uit te voeren werkzaamheden (gaten in betonvloer maken / delen van vloer verwijderen) was er een risico dat er de uitvoerende medewerkers blootgesteld zouden worden aan asbest. Voor het realiseren van de geplande verbouwing was het dan ook noodzakelijk dat het asbesthoudende materiaal werd gesaneerd.”
3.Het geschil en beslissing in eerste aanleg
gedaagde sub 1: een bedrag ad € 3.099,68, met de wettelijke rente;
gedaagden sub 2 t/m 8: ieder een bedrag ad € 2.214,04, met de wettelijke rente;
gedaagden sub 9 t/m 11: ieder een bedrag van € 5.166,14, met de wettelijke rente;
gedaagden sub 12 t/m 15: ieder een bedrag van € 3.874,61, met de wettelijke rente;
gedaagde sub 16: een bedrag van € 15.498,44, met de wettelijke rente,
veroordeling van de erven hoofdelijk in procedurekosten, waaronder de kosten van beslaglegging. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen.
4.Beoordeling van de grieven en de vordering
enonder de vloer van de schuur “enige” verbouwing onmogelijk was zonder dat hoge saneringskosten gemaakt moesten worden. Het normale gebruik van de boerderij betekent, aldus [appellant], dat “enige” verbouwing van de boerderij mogelijk moet zijn zonder de noodzaak van sanering.
doorde betonvloer heen waardoor een open verbinding ontstond met de onderliggende ruimte waarin zich het asbest bevindt.
indat beton (zonder open verbinding met de onderliggende ruimte) leidt tot een saneringsplicht, geen steun in de overgelegde expertiserapporten. Deze stelling is eigenlijk pas bij pleidooi zonder nadere onderbouwing naar voren gebracht. Voor zover hierin al geen tardieve uitbreiding van de grondslag schuilt, dient de stelling daarom als onvoldoende onderbouwd te worden afgewezen. Zowel in de memorie van grieven als in het rapport van As bêste wordt het boren van gaten steeds genoemd in verband met het doorbreken van de vloer, te weten het maken van een open verbinding met de onderliggende ruimte. De vraag die beantwoord moet worden, is daarom of de onmogelijkheid tot verbouwingen, waarbij de betonvloer van de schuur moet worden doorbroken of verwijderd, leidt tot non-conformiteit.
[appellant] het gekochte, zonder doorbraak van de vloer, niet langere tijd op een veilige wijze als bedrijfsruimte en paardenstalling kon gebruiken, zijn gesteld noch gebleken.
heeft bij pleidooi de mogelijkheid voor een dergelijk gebruik bevestigd.
[appellant] "kenbare" gebreken en aan de erven onbekende en/of onzichtbare gebreken. Artikel 9a sluit daarop aan doordat [appellant] daarin onder meer verklaart dat hij: het gekochte voldoende heeft geïnspecteerd en de erven nimmer aan kan spreken op voor hem kenbare gebreken. Voorts verklaart [appellant] dat hij bekend was met aanwezige asbesthoudende stoffen en deze stoffen aanvaardde en daarbij de erven vrijwaarde voor saneringskosten van deze asbest. Ten slotte verklaart [appellant] in artikel 9a dat hij wist dat de boerderij omstreeks 1930 is gebouwd en dat hij bekend was met de dienovereenkomstige staat van onderhoud.
aan henonbekende en/of onzichtbare gebreken. Onweersproken staat vast dat het asbest onder de vloer onzichtbaar was en dat (ook) de verkopers daarmee onbekend waren.
“in het verkochte asbest verwerkt”was en vervolgens dat hij de erven vrijwaart voor
alleaansprakelijkheid die uit “de aanwezigheid van
enigasbest” kan voortvloeien. Ook bij een grammaticale uitleg, die