Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 september 2014, betreft het een hoger beroep inzake de wijziging van partneralimentatie. De man, die was toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP), verzocht om een herbeoordeling van de alimentatiebijdrage aan de vrouw. De rechtbank Midden-Nederland had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 282,- per maand moest betalen, maar de man was van mening dat deze beslissing onterecht was, gezien zijn financiële situatie en de toepassing van het VTLB (vrij te laten bedrag) in het kader van de WSNP.
Het hof oordeelde dat er sprake was van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling rechtvaardigde. Het hof stelde vast dat de rechtbank ten onrechte de alimentatienormen als uitgangspunt had genomen in plaats van het VTLB. De man stelde dat zijn inkomen, dat onder de WSNP viel, niet toereikend was om de alimentatie te betalen. Het hof nam in overweging dat belastingteruggaven als inkomen in de boedel vallen en dat het fiscale voordeel van de man niet gebruikt kon worden voor de betaling van de alimentatie.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden, concludeerde het hof dat de man in staat was om een lagere bijdrage van € 200,- per maand te betalen, met ingang van 26 maart 2013. De rechtbank had de alimentatie te hoog vastgesteld, en het hof vernietigde de eerdere beschikking en bepaalde de nieuwe alimentatiebijdrage. De proceskosten in hoger beroep werden gecompenseerd, gezien de relatie tussen partijen als gewezen echtgenoten.