Uitspraak
Savcor,
Ahlstrom,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
Mede gelet op hetgeen in dit hoger beroep is komen vast te staan, gaat het om het volgende.
sectoren infrastructure and industrial maintenance, electronic industries en forest trade.In 2011 bedroeg de geconsolideerde netto omzet € 102.000.000.
[CEO van Savcor Group] is CEO van Savcor Group en voorzitter van de Raad van Commissarissen van Cencorp. [CEO van Savcor Group] heeft de Savcor Group in 1981 opgericht. Alle aandelen zijn in handen van [CEO van Savcor Group], zijn echtgenote en zijn drie zoons. Het familiebedrijf is inmiddels een internationale onderneming met 1500 werknemers.
private equity investment company, die het vermogen van [X] investeert.
[CEO van Ahlstrom Capital Oy] is CEO van Ahlstrom Capital Oy. Bestuurders van Ahlstrom waren [bestuurder 1](financieel directeur), [bestuurder 2] en [bestuurder 3].
AC Invest bezat op dat moment iets meer dan 5% van de aandelen in Cencorp. Voorts had zij een optie bedongen op grond waarvan zij haar belang in Cencorp tot 9,5% zou kunnen vergroten. AC Invest was op dat moment een 100% dochter van AC Finance BV.
e-mail gestuurd aan [CEO van Ahlstrom Capital Oy] (productie 10 CvR):
Op basis van de tussen partijen gesloten overeenkomst (hierna: SPA, productie 1 bij
'4.2 Enforcement costs
4.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
€ 6.775, zulks met veroordeling van Savcor in de kosten van het geding.
5.Bespreking van de grieven
grieven I tot en met IVzijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat Savcor haar stelling dat sprake is van bedreiging in de zin van art. 3:44 lid 2 BW onvoldoende heeft onderbouwd en dat de rechtbank daarom voorbij is gegaan aan het bewijsaanbod van Savcor en haar beroep op vernietiging van de SPA wegens bedreiging heeft verworpen.
Grief Vis gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat de feiten evenmin misbruik van omstandigheden opleveren in de zin van art. 3:44 lid 4 BW.
Deze grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.
a. dat de lening gewoon zou worden gehandhaafd;
en dat in het geval Cencorp de lening niet tijdig zou aflossen en Savcor de aandelen niet zou terugkopen van Ahlstrom:
b. Ahlstrom haar aandelen in Cencorp 'tegen welke prijs ook' zou verkopen en
c. Ahlstrom dan wel [CEO van Ahlstrom Capital Oy] persoonlijk ervoor zou zorgen dat Savcor en/of Cencorp nimmer enige financiering bij enige investeringsmaatschappij zou kunnen krijgen.
Voorts heeft [CEO van Ahlstrom Capital Oy] in april 2012, voorafgaand aan de
Annual General Meetingvan Cencorp duidelijk gemaakt dat het pandrecht op de 25 miljoen aandelen zou worden uitgeoefend en
d. dat dit bekend zou worden gemaakt op deze
Annual General Meeting,terwijl voorts bekend zou worden gemaakt dat de liquiditeitspositie van Cencorp bijzonder slecht was en dat zij niet in staat was om aan haar financiële verplichtingen te voldoen.
art. 3:44 lid 2 BW, aldus Savcor.
De lening van 1 miljoen euro en het pandrecht zijn tijdens de bespreking van 3 oktober 2011 ter sprake gekomen omdat dit uitstaande verplichtingen waren. Dat [CEO van Ahlstrom Capital Oy] deze rechten niet zomaar wilde prijsgeven spreekt voor zich, maar valt niet aan te merken als een bedreiging, aldus Ahlstrom.
Art. 3:44 lid 2 BW luidt als volgt:
"Bedreiging is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging moet zodanig zijn, dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed."
HR 8 januari1999
ECLI:NL:HR:1999:ZC2810). Dat is aan de orde wanneer men een op zichzelf geoorloofd middel aanwendt teneinde voordelen te verkrijgen waarop men geen aanspraak heeft of indien van een op zichzelf rechtmatig middel misbruik wordt gemaakt.
inhoudniet als onrechtmatig aan te merken, zoals Savcor ook zelf heeft erkend (MvG randnummer 51). De mededeling onder c. - waarvan Ahlstrom betwist dat deze door [CEO van Ahlstrom Capital Oy] is gedaan - zou wel als onrechtmatig kunnen worden aangemerkt. De vraag is echter of dit dreigement, zo komt vast te staan dat het op 3 oktober 2011 door [CEO van Ahlstrom Capital Oy] is geuit, zodanig is dat [CEO van Savcor Group] als redelijk oordelend mens daardoor kon worden beïnvloed.
Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de vermeende uitlating is gedaan in het kader van een zakelijke bespreking tussen twee CEO's over de beëindiging van de samenwerking in Cencorp. Niet alleen [CEO van Ahlstrom Capital Oy], maar ook [CEO van Savcor Group] staat aan het hoofd van een mondiaal opererende onderneming. Savcor heeft 1500 medewerkers in dienst. Iemand van de statuur van [CEO van Savcor Group] dient niet te snel van zijn stuk te raken door mededelingen die in het kader van (kennelijk stevige) zakelijke onderhandelingen worden gedaan.
Ten aanzien van het antwoord op de vraag in hoeverre er een reële dreiging uitging van de vermeende uitlating dat Ahlstrom dan wel [CEO van Ahlstrom Capital Oy] persoonlijk ervoor zou zorgen dat Savcor en/of Cencorp nimmer enige financiering bij enige investeringsmaatschappij zou kunnen krijgen, heeft Savcor niet meer gesteld dan dat zijn familiebedrijf liquiditeitsproblemen had en dat Ahlstrom Capital Oy een van de grootste spelers op de Finse investeringsmarkt is en dat het "voor haar niet lastig zou moeten zijn een en ander te bewerkstellingen".
Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is niet aannemelijk dat [CEO van Savcor Group] deze mededeling - zo die is gedaan - als een reëel dreigement heeft opgevat in die zin dat hij meende dat [CEO van Ahlstrom Capital Oy] daaraan uitvoering zou geven en dat de invloed van [CEO van Ahlstrom Capital Oy] zo ver reikte dat iedere investeerder in Finland louter op zijn gezag - en derhalve zonder zelfstandig een eigen afweging te maken - zou besluiten af te zien van het doen van een eventuele investering in Cencorp en/of Savcor.
In de maanden na de bespreking van 3 oktober 2011 is er tussen partijen overleg gevoerd over de wijze waarop de samenwerking in Cencorp zou worden beëindigd. Daarbij heeft Ahlstrom blijk gegeven van coulance door de looptijd van de lening tweemaal te verlengen, terwijl Savcor niet heeft gesteld - en uit de gedingstukken ook niet blijkt - dat Savcor in die periode enige opmerking over de gestelde mededeling heeft gemaakt. In het licht van die omstandigheden heeft Savcor onvoldoende onderbouwd dat van de mededeling - zo deze tijdens de bespreking op 3 oktober 2011 is gedaan en [CEO van Savcor Group] daardoor toen onaangenaam werd getroffen - een zodanige dreiging uitging dat [CEO van Savcor Group] daardoor maanden later, namelijk op 13 april 2012, werd bewogen om per e-mail het voorstel te doen dat tot de totstandkoming van de SPA heeft geleid. Om die reden ziet het hof geen aanleiding voor een bewijsopdracht op dit punt.
doelvan het dwangmiddel. Een bedreiging is ongeoorloofd naar zijn doel, als men een op zichzelf geoorloofd middel aanwendt teneinde voordelen te verkrijgen waarop men geen aanspraak heeft, of indien van een op zichzelf rechtmatig middel misbruik wordt gemaakt.
Aan de stelling van Savcor dat de voorwaarden van dit voorstel door Ahlstrom zijn gedicteerd gaat het hof voorbij, nu Savcor die stelling niet heeft onderbouwd.
"1. Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.2. Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.[…]"
"Misbruik van omstandigheden is aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden."
art. 3:13 BW en art. 3:44 lid 4 BW dezelfde feiten ten grondslag gelegd als aan haar beroep op art. 3:44 lid 2 BW.
ECLI:NL:HR:1979:AB7450).
Savcor heeft aangevoerd dat zij de SPA niet zou zijn aangegaan als zij niet in bovengenoemde omstandigheden had verkeerd omdat de SPA nadelig voor haar is, maar zij heeft niet gesteld dat Ahlstrom zich bij het aangaan van de SPA een onevenredig,
niet-gerechtvaardigd voordeel heeft bedongen, dat wil zeggen een voordeel waarop zij, in het licht van de rechten die zij als lening verstrekker en pandhouder had, in redelijkheid geen aanspraak kon maken.
Besluit van 27 maart 2012, houdende regels ter normering van de vergoeding voor kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte (Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten) voor toewijzing in aanmerking, nu Savcor - zoals de rechtbank onbestreden heeft vastgesteld - na de datum van inwerkingtreding van dat besluit in verzuim is geraakt doordat zij ondanks herhaald verzoek en in verzuimstelling weigerde tot betaling over te gaan.
Deze worden wat het geliquideerd salaris voor de advocaat betreft tot aan deze uitspraak aan de zijde van Ahlstrom begroot op € 13.740,- (3 pt, tarief € 4.580,- ).
17 juli 2013;