Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die op 14 november 2013 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2009 had gehandhaafd. De inspecteur van de Belastingdienst had aan belanghebbende een aanslag opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen van € 28.438, en had daarnaast heffingsrente in rekening gebracht. Belanghebbende had een lening van € 45.000 van zijn ouders afgesloten om het aandeel van zijn voormalige echtgenote in de gezamenlijke woning over te nemen. De rente op deze lening was gedurende een aantal jaren maandelijks betaald, maar vanaf 2009 niet meer, en werd in plaats daarvan bijgeschreven op de lening. Belanghebbende stelde dat een bedrag van € 2.250 dat bijgeschreven was op de lening aftrekbaar was als hypotheekrente, terwijl de inspecteur van mening was dat dit bedrag als kwijtschelding moest worden beschouwd en derhalve niet aftrekbaar was. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van kwijtschelding, aangezien de rente zorgvuldig werd geadministreerd en de jaarlijkse schenking van de ouders aan belanghebbende werd aangewend om de bijboekingen aan te zuiveren. Het hof concludeerde dat het bijgeschreven bedrag van € 2.250 aftrekbaar was als hypotheekrente, en verklaarde het hoger beroep gegrond. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, de aanslag werd verminderd tot een belastbaar inkomen van € 26.188, en de inspecteur werd veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.