ECLI:NL:GHARL:2014:6545

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 augustus 2014
Publicatiedatum
21 augustus 2014
Zaaknummer
ks 21-008180-13
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heling, mishandeling en drugsmisdrijven met gevangenisstraf als gevolg

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1993 en thans verblijvende in een penitentiaire inrichting, was aangeklaagd voor meerdere strafbare feiten, waaronder heling van de buit van een overval op een juwelier, meermalen mishandeling van penitentiaire inrichtingswerkers en zijn moeder, vernieling, beïnvloeding van een getuige en bezit van XTC. De rechtbank had eerder een vonnis uitgesproken op 8 oktober 2013, waartegen de verdachte hoger beroep had ingesteld.

Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzittingen van 16 januari 2014 en 7 augustus 2014. De advocaat-generaal vorderde een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en een andere bewezenverklaring vastgesteld.

De verdachte is vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar het hof heeft bewezen verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, en mishandeling van zijn moeder en medewerkers van de penitentiaire inrichting. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De verdachte heeft geen spijt betoond voor zijn daden, wat het hof als verergerende omstandigheid heeft meegewogen. De in beslag genomen XTC-pillen zijn onttrokken aan het verkeer, en het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-008180-13
Uitspraak d.d.: 21 augustus 2014
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 8 oktober 2013 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-950074-13 en 18-075303-12, 18-910658-12, tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [1993],
thans verblijvende in P.I. [plaats2], gevangenis Esserheem te [plaats2].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 16 januari 2014, en 7 augustus 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het in de zaak met parketnummer 18/950074-13 onder 1 primair, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde, het in de zaak met parketnummer 18/075303-12 onder 1 en 2 ten laste gelegde en het in de zaak met parketnummer 18/910658-12 onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft tevens gevorderd de onder verdachte in beslaggenomen XTC-pillen te onttrekken aan het verkeer. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. J.B. Pieters, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt en opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-950074-13:
1
hij op of omstreeks 13 juli 2012 te [plaats1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) hoeveelhe(i)d(en) horloges en/of (andere) sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- het (winkel)pand aan/nabij de [straat] waarin die [slachtoffer1] en/of die [slachtoffer2] aanwezig waren, zijn/is binnengegaan, waarbij het gezicht/hoofd van verdachte en/of zijn mededader(s) was voorzien van een bivakmuts/capuchon, althans van enig voorwerp waardoor het zicht op hun/zijn gezicht werd belet/bemoeilijkt en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer1] een pistool/vuurwapen, althans een op een pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand hebben/heeft gehouden en/of (daarbij) dreigend tegen die [slachtoffer1] hebben/heeft geroepen/gezegd: "Overval, ga op de grond liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 13 juli 2012 te [plaats1] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] heeft gedwongen tot de afgifte van (een) hoeveelhe(i)d(en) horloge(s) en/of siera(a)d(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - het (winkel)pand aan/nabij de [straat] waarin die [slachtoffer1] en/of die [slachtoffer2] aanwezig waren, zijn/is binnengegaan, waarbij het gezicht/hoofd van verdachte en/of zijn mededader(s) was voorzien van een bivakmuts/capuchon, althans van enig voorwerp waardoor het zicht op hun/zijn gezicht werd belet/bemoeilijkt en/of
- zichtbaar voor die [slachtoffer1] een pistool/vuurwapen, althans een op een pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, in de hand hebben/heeft gehouden en/of (daarbij) dreigend tegen die [slachtoffer1] hebben/heeft geroepen/gezegd: "Overval, ga op de grond liggen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2012 tot en met 24 juni 2013 te [plaats1] en/of elders in Nederland, in elk geval in Nederland, een of meer goederen, te weten (onder meer) een (gouden) ketting en/of een hanger en/of een Breitling horloge en/of andere horloges en/of sieraden heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat/die goederen wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 13 juli 2012 tot en met 24 juni 2013 te [plaats1] en/of elders in Nederland, een voorwerp, te weten een of meer sieraden, namelijk (onder meer) een (gouden) ketting en/of hanger en/of een Breitling horloge en/of andere horloges en/of sieraden, en/of een hoeveelheid geld (te weten een geldbedrag van 500 euro, welk geldbedrag door [slachtoffer3] is gestort op een bankrekening van verdachte en/of een geldbedrag van (tenminste) (ongeveer) 800 euro), in elk geval een of meer voorwerpen, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een of meer van die voorwerpen, gebruik gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
2:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2013 tot en met 24 juni 2013 te [plaats1] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of cocaïne, zijnde MDMA en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
en/of
hij op of omstreeks 3 juni 2013 te [plaats1] en/of elders in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad, (ongeveer) 38 XTC-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3:
hij in of omstreeks de periode van 6 juni 2013 tot en met 14 juni 2013 te [plaats1] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk mondeling zich jegens [slachtoffer3] heeft geuit, kennelijk om haar vrijheid om naar waarheid en/of geweten ten overstaan van een rechter en/of (politie)ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist en/of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zal/zou worden afgelegd, hebbende hij met dat opzet, (op dreigende toon) tegen die Onderstijn gezegd: "ik ga sowieso iets van je breken" en/of "ik ga jou echt mishandelen" en/of "als ze jou weer gaan overhoren, zeg maar dat je gewoon van niks weet" en/of "of je gaat beter liegen of je gaat echt in de problemen komen" en/of "als ik vrij kom snij ik jouw fucking keel open, dat beloof ik je als ik moet vastzitten" en/of "mij ga je nooit meer vergeten, als ik vast kom te zitten door jouw kankergetuigenverklaring", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 6 juni 2013 tot en met 14 juni 2013, te [plaats1] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een persoon, genaamd [slachtoffer3], heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde Onderstijn dreigend de woorden toegevoegd :"ik ga sowieso iets van je breken" en/of "ik ga jou echt mishandelen" en/of "als ik vrij kom snij ik jouw fucking keel open", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het hof zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of haar medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het haar tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.
Zaak met parketnummer 18-075303-12 (gevoegd):
1
hij op of omstreeks 26 november 2011 te [plaats2], in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer4] in haar hoedanigheid als pedagogisch medewerkster bij de Justitie Inrichting Juvaid), (met kracht) op/in/tegen een kaak, althans het gezicht/hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of gestoten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2:
hij op of omstreeks 16 januari 2012 te [plaats2], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer5] in haar hoedanigheid als pedagogisch medewerkster bij 't Poortje), in/tegen het gezicht/hoofd heeft geslagen en/of tegen het lichaam heeft geduwd, (ten gevolge waarvan, althans mede ten gevolge waarvan, die [slachtoffer5] te vallen kwam), waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Zaak met parketnummer 18-910658-12 (gevoegd):
1
hij op of omstreeks de periode van 28 september 2012 tot en met 30 september 2012 te [plaats1], opzettelijk mishandelend zijn moeder, althans een persoon, te weten [slachtoffer6], (meermalen) (met kracht) in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of een of meer ander(e) lichaamsde(e)l(en) heeft gestompt en/of geslagen en/of (daarbij/vervolgens) een slipper, althans een hard en/of stevig voorwerp, op/tegen het hoofd van die [slachtoffer6] heeft gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2:
hij in of omstreeks de periode van 28 september 2012 tot en met 30 september 2012 te [plaats1], opzettelijk en wederrechtelijk een of meer deur(en) (van een woning, gelegen aan de [adres]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] en/of [slachtoffer6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 meer subsidiair, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-075303-12 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-910658-12 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-950074-13:
1
meer subsidiair:
hij in de periode van 13 juli 2012 tot en met 24 juni 2013 te [plaats1] goederen, te weten een gouden ketting en een hanger en een Breitling horloge, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
2:
hij op 3 juni 2013 te [plaats1], opzettelijk aanwezig heeft gehad, 38 XTC-pillen, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3:
hij in de periode van 6 juni 2013 tot en met 14 juni 2013 in Nederland, opzettelijk mondeling zich jegens [slachtoffer3] heeft geuit, kennelijk om haar vrijheid om naar waarheid en geweten ten overstaan van een politieambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij wist en/of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd, hebbende hij met dat opzet, tegen die Onderstijn gezegd: "ik ga sowieso iets van je breken" en "ik ga jou echt mishandelen" en "als ze jou weer gaan overhoren, zeg maar dat je gewoon van niks weet" en "of je gaat beter liegen of je gaat echt in de problemen komen" en "als ik vrij kom snij ik jouw fucking keel open, dat beloof ik je als ik moet vastzitten" en "mij ga je nooit meer vergeten, als ik vast kom te zitten door jouw kankergetuigenverklaring".
Zaak met parketnummer 18-075303-12 (gevoegd):
1:
hij op 26 november 2011 te [plaats2], in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer4], in haar hoedanigheid als pedagogisch medewerkster bij de Justitie Inrichting Juvaid, met kracht tegen een kaak heeft gestoten, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2:
hij op 16 januari 2012 te [plaats2], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer5], in haar hoedanigheid als pedagogisch medewerkster bij 't Poortje, tegen het hoofd heeft geslagen en tegen het lichaam heeft geduwd, ten gevolge waarvan die [slachtoffer5] te vallen kwam, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Zaak met parketnummer 18-910658-12 (gevoegd):
1:
hij in de periode van 28 september 2012 tot en met 30 september 2012 te [plaats1], opzettelijk mishandelend zijn moeder, te weten [slachtoffer6], een slipper tegen het hoofd van die [slachtoffer6] heeft gegooid, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
2:
hij in de periode van 28 september 2012 tot en met 30 september 2012 te [plaats1], opzettelijk en wederrechtelijk deuren van een woning, gelegen aan de [adres], geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] en/of [slachtoffer6] heeft vernield.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde levert op:
opzetheling.
Het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 3 bewezen verklaarde levert op:
het opzettelijk beïnvloeden van de vrijheid van een persoon om naar waarheid en geweten een verklaring ten overstaan van een ambtenaar af te leggen.
Het in de zaak met parketnummer 18-075303-12 onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op:
telkens:mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het in de zaak met parketnummer 18-910658-12 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling, terwijl het feit wordt begaan tegen zijn moeder.
Het in de zaak met parketnummer 18-910658-12 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn. Het hof heeft de conclusies van de hieronder genoemde deskundigen in aanmerking genomen.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling, het bezit van verboden middelen, de dreiging jegens zijn (toenmalige) vriendin om te voorkomen dat zij naar waarheid zou verklaren, het mishandelen van een tweetal personeelsleden van de penitentiaire inrichting Juvaid, het mishandelen van zijn moeder en het vernielen van deuren in de woning van moeder.
Na een gewapende overval op een juwelier heeft verdachte de buit, waaronder sieraden en horloges en een tas met daarin onder andere een bivakmuts in bewaring genomen. Verdachte heeft deze goederen onder zich genomen terwijl hij wist dat deze goederen afkomstig waren van een ernstig misdrijf. Door aldus te handelen heeft verdachte ervoor gezorgd dat de dader van de overval zijn spullen veilig kon stellen. Het hof stelt op grond van de afgeluisterde telefoongesprekken vast dat verdachte – ook nadat hij werd geconfronteerd met de ernst en de gevolgen van de overval voor de betrokken juwelier – heeft meegedeeld een dergelijke overval als niet meer dan een bedrijfsrisico te beschouwen waarvoor men in de branche verzekerd is. Evenmin ter zitting van het hof heeft verdachte voor zijn handelen oprecht spijt betoond. Naast het in bewaring nemen heeft verdachte getracht zijn (toenmalige) vriendin op indringende en agressieve wijze te beïnvloeden om te voorkomen dat zij naar waarheid zou verklaren omtrent zijn betrokkenheid bij de overval. Dergelijke feiten plegen niet alleen de betrokkene angst aan te jagen, doch belemmeren tevens de rechtsgang.
Bij de strafoplegging kent het hof voorts betekenis toe aan het feit dat de twee mishandelingen van de penitentiaire inrichtingsmedewerkers van Juvaid ieder voor zich zonder enige aanwijsbare reden zijn gepleegd. Verdachte heeft zich daarbij telkens als intimiderend en agressief getoond. De medewerkers ondervonden daarvan niet alleen pijn, maar door aldus te handelen in een penitentiaire inrichting wordt de orde in de inrichting ernstig verstoord en wordt het gezag van het persoon op onaanvaardbare wijze aangetast.
De mishandeling van zijn moeder door haar een slipper tegen het hoofd te gooien getuigt van een groot gebrek aan respect voor haar en werd daarenboven door verdachte gepleegd in haar eigen huis, de plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. Het vernielen van deuren veroorzaakte schade, maar droeg ook bij aan de dreigende sfeer die verdachte - naast de mishandeling van zijn moeder - deed ontstaan. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan opzettelijke overtreding van de Opiumwet door 38 XTC-pillen (MDMA) in zijn bezit te hebben.
De strafwaardigheid van overtredingen van de Opiumwet is in het algemeen gelegen in de ernstige bedreiging die het gebruik van drugs voor de volksgezondheid vormt en de met dit gebruik gepaard gaande criminaliteit.
Uit een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 7 juli 2014 blijkt dat verdachte ondanks zijn jonge leeftijd reeds meerdere malen ter zake van misdrijven is veroordeeld.
Voorts heeft het hof kennis genomen van de omtrent de persoon van verdachte opgemaakte rapportages, opgemaakt door forensisch psycholoog D. Breuker d.d. 20 mei 2014 en door psychiater C.J.F. Kemperman d.d. 22 mei 2014, alsmede door de reclassering d.d. 7 augustus 2013 en 18 september 2013. Kort samengevat schetsen zij een somber beeld van verdachte. De psycholoog en psychiater hebben bij verdachte een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken vastgesteld. Het recidiverisico schatten zij in als hoog. Zij adviseren verdachte met betrekking tot het plegen van de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Het hof kan zich met voormelde conclusies verenigen en neemt deze over. Het hof zal bij de strafoplegging rekening houden met het advies betrekking hebbend op de verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Hoewel het hof komt tot een andere bewezenverklaring dan de rechtbank omdat verdachte van de overval zal worden vrijgesproken is het hof, gelet op de aard, de ernst, de hoeveelheid van de door verdachte gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd van oordeel dat een langdurige gevangenisstraf dient te worden opgelegd. Het hof heeft het strafblad van verdachte en de hoge recidivekans in aanmerking genomen en is ook met in achtneming van zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid, van oordeel dat de door de rechtbank opgelegde en de door de advocaat-generaal geëiste gevangenisstraf passend en geboden is. Het hof heeft daarbij tevens gelet op het feit dat een proeftijd van kracht was ten tijde van het plegen van de opzetheling en dat verdachte dit feit heeft gepleegd kort nadat hij in vrijheid werd gesteld van een eerdere opgelegde gevangenisstraf.
Door de raadsvrouw is bepleit het minderjarigenstrafrecht toe te passen in verband met de jonge leeftijd van verdachte. Gelet op de inhoud van de hiervoor genoemde deskundigenrapportages ziet het hof hiervoor geen aanleiding. Uit deze rapportages komt immers niet naar voren dat er bij verdachte sprake zou zijn van omstandigheden die een dergelijke toepassing zouden rechtvaardigen.
Het hof ziet voorts geen aanleiding om met de op te leggen straf een noodzakelijke behandeling te ondersteunen nu verdachte duidelijk aangeeft de noodzaak van de door de deskundigen geopperde behandeling niet in te zien en daaraan geen medewerking te zullen verlenen en bovendien zijn ongewenst verklaring in verband met zijn eerdere strafrechtelijke veroordelingen een dergelijke behandeling en begeleiding door de reclassering in de gegeven situatie – ook volgens de raadsvrouw - onmogelijk maakt.
Het hof zal verdachte alles afwegende veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.

Onttrekking aan het verkeer

Het hof zal de in beslag genomen XTC-pillen (38 stuks) waarmee het strafbare feit is begaan, onttrekken aan het verkeer. XTC-pillen zijn van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 2, 10 en 13a van de Opiumwet en de artikelen 36b, 36c, 57, 285a, 300, 304, 350 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 meer subsidiair, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-075303-12 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-910658-12 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-950074-13 onder 1 meer subsidiair, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-075303-12 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-910658-12 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: 38 XTC-pillen.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. K. Lahuis en mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 21 augustus 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Lahuis is niet in staat dit arrest te ondertekenen.