Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 augustus 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 januari 2014. De rechtbank had het beroep van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2008 afgewezen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag die hem was opgelegd, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk. Het beroep dat belanghebbende hiertegen instelde, werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard door de rechtbank, omdat het te laat was ingediend. Het hoger beroep werd ingediend op 6 maart 2014, maar de rechtbank had het beroepschrift pas op 25 april 2013 ontvangen, wat buiten de termijn viel.
Tijdens de zitting op 12 augustus 2014 heeft belanghebbende aangevoerd dat zijn late indiening te wijten was aan een burn-out. Het Hof oordeelde echter dat belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat deze burn-out zo ernstig was dat hij niet in staat was om tijdig een beroepschrift in te dienen. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk. De kosten van het hoger beroep werden niet aan een van de partijen opgelegd.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van beroepschriften en de noodzaak voor belanghebbenden om bewijs te leveren voor eventuele verontschuldigingen voor termijnoverschrijdingen. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarmee de beslissing van de Inspecteur om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren werd gehandhaafd.