ECLI:NL:GHARL:2014:6184

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 augustus 2014
Publicatiedatum
5 augustus 2014
Zaaknummer
21-002507-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woningoverval met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 augustus 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar voor zijn betrokkenheid bij een woningoverval die plaatsvond op 23 juni 2011 in Arnhem. Tijdens de overval werden de bewoners, waaronder jonge kinderen, met geweld en bedreiging gedwongen tot de afgifte van waardevolle goederen, waaronder sieraden, een pinpas en een iPhone. De verdachte en zijn medeverdachte hebben de overval gepleegd met vuurwapens en een stroomstootwapen, waarbij de slachtoffers ernstig zijn bedreigd en vastgebonden. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en een zwaardere straf opgelegd, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De verdediging heeft betoogd dat de getuigenverklaringen onbetrouwbaar zijn, maar het hof heeft deze als consistent en betrouwbaar beoordeeld. Daarnaast zijn er vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen toegewezen, die voortvloeien uit de immateriële schade die zij hebben geleden door de overval. Het hof heeft de vorderingen tot schadevergoeding van beide benadeelde partijen toegewezen, respectievelijk €2.000 en €2.500, en heeft de verdachte verplicht om deze bedragen te betalen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002507-12
Uitspraak d.d.: 5 augustus 2014
TEGENSPRAAK
Promis

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Arnhem van 23 mei 2012 met parketnummer 05-700015-12 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 24 april 2014 en 22 juli 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. B.J.W. Tijkotte, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 23 juni 2011 te Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] en/of [aangever 2], althans de bewoners van het pand gelegen aan de [adres], heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een pinpas met bijbehorende pincode en/of
- een hoeveelheid sieraden en/of
- een portemonnee en/of
- een horloge (merk IWC) en/of
- een iPhone 4 en/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever 1] en/of [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] meerdere, althans een, vuurwapen(s), althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] een stroomstootwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- ( vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezet en/of voornoemde [aangever 1] een elektrische schok met een stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- ( vervolgens) tegen voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het geld of juwelen of sieraden" en/of "Geef je geld, geef je pasjes. Je weet wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben gevraagd naar de pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] (een) vuurwapen(s) en/of een stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [aangever 1] en/of [aangever 2] laten inloggen op de internetsite van de bank en/of
- ( vervolgens) tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2] gezegd; "Ik stop jullie in een koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie opsluiten" en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben vastgebonden;
en/of
hij op of omstreeks 23 juni 2011 te Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een pinpas met bijbehorende pincode en/of
- een hoeveelheid sieraden en/of
- een portemonnee en/of
- een horloge (merk IWC) en/of
- een iPhone 4 en/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] en/of[aangever 2], althans aan de bewoners van het pand gelegen aan de [adres], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] meerdere, althans een vuurwapen(s), althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] een stroomstootwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebben voorgehouden en/of
- ( vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezet en/of voornoemde [aangever 1] een elektrische schok met een stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en/of
- ( vervolgens) tegen voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het geld of juwelen of sieraden" en/of "Geef je geld, geef je pasjes. Je weet wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben gevraagd naar de pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] (een) vuurwapen(s) en/of een stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [aangever 1] en/of [aangever 2] laten inloggen op de internetsite van de bank en/of
- ( vervolgens) tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2] gezegd; "Ik stop jullie in een koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie opsluiten" en/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben vastgebonden,
terwijl ten tijde van het plegen van dit misdrijf/deze misdrijven nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het hof is van oordeel dat de door en namens verdachte gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
De verdediging heeft betoogd dat de belastende verklaringen van de getuige [getuige 1] onbetrouwbaar zijn. Daartoe is aangevoerd dat hij wisselend heeft verklaard en op - in de pleitnota opgesomde - punten anders heeft verklaard dan de aangevers.
Verdachte en de medeverdachte hebben de tenlastegelegde overval ontkend en hebben verklaard dat zij getuige [getuige 1] amper kennen en hem slechts ‘één of twee keer hebben gezien’.
Het hof stelt vast dat [getuige 1] op een aantal onderdelen wisselend heeft verklaard en - eveneens op onderdelen - anders dan de aangevers. Het hof is echter van oordeel dat zijn verklaringen op hoofdlijnen consistent zijn en overeenkomen met de verklaringen van de aangevers. Voorts worden zijn verklaringen dat hij met [verdachte] en [medeverdachte] de tenlastegelegde overval heeft gepleegd, ondersteund door de volgende andere bewijsmiddelen.
- Getuige [getuige 2], wonende in dezelfde straat als de aangevers, heeft verklaard dat de dag vóór de overval een auto met kenteken [kenteken] erg langzaam door de straat reed.
- Deze auto, een Ford Ka, stond ten tijde van de overval op naam van[betrokkene], de zus van [medeverdachte].
- Getuige[getuige 3], autohandelaar, heeft verklaard dat hij die Ford Ka op 17 juni 2011 heeft verkocht. Bij die koop waren twee mannen en twee vrouwen aanwezig. De auto werd op naam gezet van een jonge vrouw. Zij vertelde Smit dat zij de auto op haar naam zou zetten, maar dat de auto voor gebruik van haar broers was.
- De Ford Ka werd op de dag vóór en op de dag van de overval door verschillende registratieapparaten in de nabijheid van de overvallen woning aan de [adres] in Arnhem geregistreerd.
- Bij de aanhouding van [medeverdachte] op 6 juli 2011 had hij de autosleutel van deze auto bij zich.
- Naar aanleiding van een schietincident in Rotterdam op 30 juni 2011, waar deze Ford Ka ook bij betrokken was, is door het NFI DNA-onderzoek verricht. Uit dat onderzoek is vast komen te staan dat op drie flesjes uit die Ford Ka DNA-sporen zijn aangetroffen van [medeverdachte] en [getuige 1]. Het bloed op de achterzijde van de passagiersstoel bleek overeen te komen met het DNA-profiel van [verdachte].
- In de telefoon van [medeverdachte] stond het telefoonnummer van [getuige 1] opgeslagen. De avond vóór de overval kreeg [medeverdachte] een sms-bericht van ‘[voornaam verdachte]’ met de tekst: “Kwart over ben ik er.”
- Uit opgevraagde bankafschriften van [getuige 1] en [verdachte] blijkt dat [getuige 1] op 23 juni 2011 om 00.11 uur bij een tankstation bij Terschuur heeft gepind en [verdachte] twee minuten later bij datzelfde tankstation
- Aangever [aangever 1] heeft verklaard dat hij op de terechtzitting van de rechtbank de stem van [medeverdachte] herkende als de stem van één van de overvallers.
De verdediging heeft voorts nog betoogd dat de verklaringen van [getuige 1] onbetrouwbaar zijn omdat hij heeft verklaard dat hij de overval heeft gepleegd met drie anderen, terwijl de beide aangevers telkens hebben verklaard over in totaal drie overvallers.
Het hof gaat er op basis van de verklaringen van [getuige 1] van uit dat er vier overvallers waren. Het is goed voorstelbaar dat de aangevers slechts drie overvallers hebben gezien en dat de vierde uit het zicht is gebleven. Een andere verklaring voor deze andersluidende lezing van de aangevers kan zijn dat zij wel degelijk vier (met bivakmutsen vermomde) overvallers hebben gezien, maar niet tegelijkertijd, waardoor zij er vanuit zijn gegaan dat er slechts drie waren
Op grond van deze feiten en omstandigheden is het hof van oordeel dat de belastende verklaringen van [getuige 1] betrouwbaar zijn. Deze zullen voor het bewijs worden gebruikt.
Het hof zal daarom (onder meer) op grond van de verklaringen van [getuige 1] en de bovengenoemde andere bewijsmiddelen bewezen verklaren dat verdachte samen met anderen de overval heeft gepleegd.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks23 juni 2011 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] en/of [aangever 2]
, althans de bewoners van het pand gelegen aan de [adres], heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een pinpas met bijbehorende pincode en
/of
- een hoeveelheid sieraden en
/of
- een portemonnee en
/of
- een horloge (merk IWC) en
/of
- een iPhone 4 en
/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [aangever 1] en/of [aangever 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [aangever 1] en/of [aangever 2]
meerdere, althans (een
),vuurwapen
(s), althans een daarop gelijkend voorwerpheeft/hebben voorgehouden en
/of
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] een stroomstootwapen
, althans een daarop gelijkend voorwerpheeft/hebben voorgehouden en
/of
- ( vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezet en
/ofvoornoemde [aangever 1] een elektrische schok met een stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en
/of
- ( vervolgens) tegen voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het geld of juwelen of sieraden" en/
of"Geef je geld, geef je pasjes. Je weet wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben gevraagd naar de pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] en
/of
- (vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] (een) vuurwapen(s) en/of een stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [aangever 1] en/of [aangever 2] laten inloggen op de internetsite van de bank en/of
- ( vervolgens) tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2] gezegd; "Ik stop jullie in een koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie opsluiten" en
/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben vastgebonden;
en/of
hij op of omstreeks 23 juni 2011 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- een pinpas met bijbehorende pincode en
/of
- een hoeveelheid sieraden en
/of
- een portemonnee en
/of
- een horloge (merk IWC) en
/of
- een iPhone 4 en
/of
- een identifier van de ABN-AMRO,
althans een hoeveelheid geld en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 1] en/of [aangever 2],
althans aan de bewoners van het pand gelegen aan de [adres], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- die [aangever 1] en/of [aangever 2]
meerdere, althans (een
)vuurwapen
(s), althans een daarop gelijkend voorwerp heeft/hebbenvoorgehouden en
/of
- die [aangever 1] en/of [aangever 2] een stroomstootwapen
, althans een daarop gelijkend voorwerpheeft/hebben voorgehouden en
/of
- ( vervolgens) een stroomstootwapen op het been van voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezet en
/ofvoornoemde [aangever 1] een elektrische schok met een stroomstootwapen heeft/hebben gegeven en
/of
- ( vervolgens) tegen voornoemde [aangever 1] heeft/hebben gezegd: "Waar ligt het geld of juwelen of sieraden" en
/of"Geef je geld, geef je pasjes. Je weet wat ik hier heb, dat is een 45", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben gevraagd naar de pincode behorende bij de bankpas(sen) van voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] en
/of
- (vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] (een) vuurwapen(s) en/of een stroomstootwapen heeft/hebben voorgehouden en/of daarbij die [aangever 1] en/of [aangever 2] laten inloggen op de internetsite van de banken
/of
- ( vervolgens) tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2] gezegd; "Ik stop jullie in een koffer. Wij hebben tijd nodig om weg te komen, daarom moeten wij jullie opsluiten" en
/of
- ( vervolgens) voornoemde [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben vastgebonden,
terwijl ten tijde van het plegen van
dit misdrijf/deze misdrijven nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het bewezen verklaarde levert op:

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank heeft verdachte - na een eis van een gevangenisstraf van zeven jaren door de officier van justitie - veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf jaren.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte en de medeplegers hebben een gezin in hun eigen woning overvallen. De jonge kinderen van dit gezin waren hier ook bij aanwezig. De slachtoffers zijn met een vuurwapen bedreigd en zowel de ouders als de jonge dochter zijn vastgebonden. Eén van de slachtoffers kreeg met een stroomstootwapen een elektrische schok toegediend. Een ander slachtoffer werd een kussen op het hoofd gedrukt. Verdachte heeft enkel gehandeld uit geldelijk gewin en heeft daarbij geen oog gehad voor de gevoelens van de slachtoffers. De overval heeft een enorme impact gehad op de slachtoffers. Dit soort zaken veroorzaakt voorts maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid.
Ten nadele van verdachte houdt het hof er rekening mee dat verdachte reeds meermalen voor soortgelijke ernstige feiten is veroordeeld.
Voorts houdt het hof er rekening mee dat er tussen de pleegdatum van het feit en het wijzen van dit arrest een veroordeling heeft plaatsgevonden en dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht daarom van toepassing is.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat de redelijke termijn in hoger beroep niet is overschreden.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.000. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. De vordering is door of namens verdachte niet inhoudelijk bestreden.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.500. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen. De vordering is door of namens verdachte niet inhoudelijk bestreden.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 56, 63, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij[aangever 2] ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 2], een bedrag te betalen van
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 1] ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 1], een bedrag te betalen van
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 23 juni 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Beveelt de gevangenneming van verdachte, welk bevel afzonderlijk zal worden geminuteerd.
Aldus gewezen door
mr R. van den Heuvel, voorzitter,
mr G. Mintjes en mr C. Caminada, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr W.B. Kok, griffier,
en op 5 augustus 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.