Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2012 tot en met 28 februari 2012, althans in of omstreeks de maand februari 2012, te Ede en/of Kesteren en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 1], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk (een) ander(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (ouders van [slachtoffer 1]) en/of -andere- familieleden van [slachtoffer 1], althans een of meer anderen, te dwingen iets te doen of niet te doen, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) die [slachtoffer 1] met geweld in een auto hebben/heeft getrokken en/of (vervolgens) hebben/heeft gekneveld en/of vastgehouden in een woning/pand te Kesteren en/of een geldbedrag van 2 miljoen of 1,5 miljoen, althans een groot geldbedrag, hebben/heeft geëist en/of (daarbij, om die eis kracht bij te zetten) hebben/heeft gezegd/gemeld dat die [slachtoffer 1] vermoord zou worden indien dat geldbedrag niet zou worden overhandigd aan verdachte en/of zijn mededader(s);
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2012 tot en met 28 februari 2012, althans in of omstreeks de maand februari 2012, te Ede en/of Kesteren en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) opzettelijk die [slachtoffer 1] wederrechtelijk met geweld in een auto hebben/heeft getrokken en/of (vervolgens) hebben/heeft gekneveld en/of vastgehouden in een woning/pand te Kesteren;
Ontvankelijkheid openbaar ministerie
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij in
of omstreeksde periode van 24 februari 2012 tot en met 28 februari 2012,
althans in of omstreeks de maand februari 2012,te Ede en
/ofKesteren
en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 1], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, met het oogmerk
(een)ander
(en
), te weten [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3] (ouders van [slachtoffer 1]
) en/of -andere- familieleden van [slachtoffer 1], althans een of meer anderen,te dwingen iets te doen
of niet te doen, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader
(s)die [slachtoffer 1] met geweld in een auto hebben
/heeftgetrokken en
/of (vervolgens
)hebben
/heeftgekneveld en
/ofvastgehouden in een woning/pand te Kesteren en
/ofeen geldbedrag van 2 miljoen of 1,5 miljoen,
althans een groot geldbedrag,hebben
/heeftgeëist en
/of (daarbij, om die eis kracht bij te zetten
)hebben
/heeftgezegd/gemeld dat die [slachtoffer 1] vermoord zou worden indien dat geldbedrag niet zou worden overhandigd aan verdachte en/of zijn mededader
(s);
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.