Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis d.d. 21 november 2012 van de Rechtbank Noord-Nederland, sector kanton, locatie Heerenveen onder zaaknummer 395888\CV EXPL 12-2615 gewezen te vernietigen en opnieuw rechtdoende
3.De vaststaande feiten
(…)
:
2) De inboedel van de woning is reeds verdeeld. Wegens overbedeling zal de vrouw aan de man nog € 9.000,00 betalen.
Inzake de verdeling van de woning [adres 2] wil ik alvorens te tekenen en mijn handtekening als rechtsgeldig te laten tellen een aantal zaken duidelijk op papier gezet hebben.
nr. [nummer] * [geïntimeerde]" respectievelijk "
nr. [nummer] *[geïntimeerde]".
Bedrag van de aanslag
4.De vordering en de beslissing in eerste aanleg
5.De grieven
grieven I en IIzich richten tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten behoeven zij geen behandeling, aangezien het hof de vaststaande feiten in hoger beroep opnieuw heeft vastgesteld.
grief III, betrekking op de vraag wie schuldeiser was inzake het door de Belastingdienst naar de gezamenlijke rekening overgemaakte bedrag van in totaal € 3.153,- (hiervoor genoemd in rechtsoverweging 3.14), zodat het hof deze grieven gezamenlijk zal behandelen.
uit hoofde van een overwaarde". In totaal heeft [geïntimeerde] € 9.000,- ontvangen. Dit had volgens [appellant] ermee te maken dat er sprake was van partnerruil en dat het de bedoeling van partijen was dat beide nieuwe stellen in een soortgelijke financiële positie zouden komen te verkeren. Omdat [de heer B] een hoog bedrag aan [mevrouw A] moest betalen wegens overbedeling en [appellant] een lager bedrag aan [geïntimeerde] is in het echtscheidingsconvenant van [de heer B] en [mevrouw A] opgenomen dat [mevrouw A] een bedrag uit overbedeling aan [de heer B] zou voldoen.