Uitspraak
[appellant],
Windowgard,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
WGH zal veroordelen om aan [appellant] te betalen al hetgeen hij in eerste instantie heeft gevorderd, namelijk volledige betaling van de werkzaamheden en het meerwerk dat [appellant] als z.z.p.-er op verzoek en ten behoeve van WGH in Nederland en Engeland heeft verricht, van de btw over dat werk, van de met dat werk gemoeide onkosten die [appellant] voor WGH heeft voorgeschoten, alsmede van de wettelijke handelsrente over de openstaande bedragen en vergoeding van de gerechtelijke en buitgerechtelijke kosten die [appellant] heeft gemaakt en zal moeten maken ter bewaring van zijn recht en om betaling van zijn vordering van WGH te verkrijgen, waarvan de hoofdsom in eerste insantie is begroot op € 23.365,22 (ex btw), althans enig door het gerechtshof in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de verschillende verzuimdata tot aan de dag der algehele voldoening;
WGH zal veroordelen in de kosten van beide instanties, aldus inclusief de volledige kosten in eerste instantie geheel naar rato van de vordering van [appellant], te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening".
3.De feiten
4.De inhoud van de overeenkomst (de grieven 1 tot en met 6)
18 augustus 2008 nadere afspraken zijn gemaakt, waarbij een stukloon is afgesproken voor alle deuren die zouden worden geplakt door het team waar [appellant] leiding aan zou gaan geven. Een en ander betekent dat het op de weg van [appellant] ligt om te stellen en zo nodig te bewijzen dat de afspraken die op 18 augustus 2008 zijn gemaakt luiden zoals hij stelt. Meer concreet betekent dit dat hij dient te stellen en desnoods te bewijzen dat de toen overeengekomen vergoeding ziet op alle door zijn ploeg geplakte deuren. Aan zijn vordering ligt immers niet ten grondslag dat hij zelf de gedeclareerde deuren heeft geplakt, maar dat van meet af aan duidelijk was dat hij voor zijn werkzaamheden als teamleider (meewerkend voorman) zou worden betaald, en wel op basis van stukloon, gelerelateerd aan de prestatie van de gehele ploeg. Voor zover wel is bedoeld dat [appellant] persoonlijk deuren heeft geplakt, wordt dat bestreden door Windowgard, terwijl er door [appellant] geen bewijs van is aangeboden. Het hof zal er daarom hierna vanuit gaan dat [appellant] geen deuren heeft geplakt, en dat de vordering is gebaseerd op de hoogte van een een op 18 augustus 2008 overeengekomen stukloon voor de door zijn ploeg uitgevoerde plakwerkzaamheden.
5.Instructie-uren (meerwerk; grief 7)
6.Reisuren en kosten administratief werk (meerwerk; grieven 8 en 9)
7.Comparitie
mr. M.W. Zandbergen, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden op een nader door deze te bepalen dag en tijdstip, opdat kan worden onderzocht of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden;
de rol van dinsdag 11 februari 2014, waarna dag en uur van de comparitie (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
twee wekenvoor de verschijning zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de advocaat van Windowgard alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk
éénweek voor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen.