2.5.Belanghebbende en zijn ex-echtgenote hebben op 30 maart 2010 de woning in eigendom overgedragen aan derden. In de akte van levering is onder meer het volgende vermeld:
“Heden, dertig maart tweeduizend tien,
Verschenen voor mij, mr. (…), notaris te [L]:
1. belanghebbende], wonende te (…) [Z], (…), ongehuwd en niet geregistreerd als partner in de zin van het geregistreerd partnerschap, te dezen handelend:
a. voor zich in privé; en
b. voorzover na te melden rechtshandelingen niet krachtens het vonnis van de Rechtbank Arnhem, sector civiel recht, de dato acht november tweeduizend vijf (zaaknummer 127302/KG ZA 05-321) tezamen met het arrest van het Gerechtshof te Arnhem, vierde civiele kamer, de dato vierentwintig april tweeduizend zeven (rolnummer 2006/00455 KG) op grond van het bepaalde in artikel 3:300 van het burgerlijk Wetboek beschouwd mogen worden als rechterlijke uitspraken welke dezelfde kracht hebben als een in wettige vorm opgemaakte akte, als hierna nader in de considerans nader omschreven, als gevolmachtigde van [de ex-echtgenote], wonende te 6718 VC [L], [a-straat] 32, (…), ongehuwd en niet geregistreerd als partner in de zin van het geregistreerd partnerschap, van welke volmacht blijkt uit:
- een beschikking van de Rechtbank Arnhem, sector civiel recht, de dato zeven juli tweeduizend negen (zaaknummer 185680/KG ZA 09-361);
- een beschikking van de Rechtbank Arnhem, sector civiel recht, de dato vijfentwintig augustus tweeduizend negen (zaaknummer 188899/KG ZA 09-551);
hierna zowel tezamen als ieder afzonderlijk in deze akte genoemd: “verkoper”;
2. (…)
CONSIDERANS
[Belanghebbende] (hierna ook te noemen: “de man”) en voornoemde [ex-echtgenote] (hierna ook te noemen: “de vrouw”) zijn op vijfentwintig september negentienhonderd eenentachtig met elkaar gehuwd.
Het huwelijk tussen de man en de vrouw is (…) op zes april negentienhonderd achtennegentig (…) door echtscheiding ontbonden.
De man en de vrouw zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van na te melden registergoed (hierna ook te noemen: “de woning”).
Op gezamenlijk verzoek van de man en de vrouw is op tien december tweeduizend vier door mr. (…), notaris te [L], een bindend advies uitgebracht, welk bindend advies ondermeer betrekking had op de woning.
Blijkens het vonnis in kort geding van de rechtbank te Arnhem de dato acht november tweeduidend vijf (…) is de vrouw ondermeer veroordeeld:
a. mee te werken aan de uitvoering van voormeld bindend advies;
b. haar medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning als de makelaars hebben verklaard dat het bod, gezien de vraagprijs, redelijk is, door al datgene te doen wat nodig is, waaronder het tekenen van de koopovereenkomst, en
c. mee te werken aan de overdracht van de woning op de door de kopers gewenste termijn.
In voormeld vonnis is voorts bepaald:
d. dat het betreffende vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van de vrouw voor elk van de in dat vonnis vermelde rechtshandelingen (waaronder de sub 5.b en 5.c rechtshandelingen);
e. (…)
f. (…)
(…)
(…)
Blijkens het arrest van het gerechtshof te Arnhem de dato vierentwintig april tweeduizend zeven heeft het gerechtshof, rechtdoende in hoger beroep, ondermeer het vonnis de dato acht november tweeduizend vijf bekrachtigd.
(…)
Blijkens het vonnis in kort geding van de rechtbank Arnhem de dato zeven juli tweeduizend negen heeft de voorzieningenrechter de man op grond van het bepaalde in artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek gemachtigd tot het te gelde maken van de woning, waaronder het mede namens de vrouw:
a. aanvaarden van het bod, waarvan de in dat vonnis genoemde makelaars schriftelijk hebben verklaard dat het een redelijk bod is, en het sluiten van de koopovereenkomst;
b. het leveren van de woning aan de desbetreffende koper tegen de overeengekomen koopprijs en al datgene te doen wat nodig is, welk vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.”