ECLI:NL:GHARL:2014:5427

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 juli 2014
Publicatiedatum
7 juli 2014
Zaaknummer
21-004774-12
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan woningoverval met forensisch bewijs en geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zutphen. De verdachte was beschuldigd van medeplichtigheid aan een woningoverval die plaatsvond op 15 september 2011 in Vaassen, gemeente Epe. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin de verdachte was vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de terechtzittingen van 10 juli 2013, 4 februari 2014 en 24 juni 2014, en heeft daarbij ook het onderzoek in eerste aanleg in acht genomen.

De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal met geweld en bedreiging met geweld tegen het slachtoffer, waarbij de verdachte samen met anderen handelde. Het hof heeft vastgesteld dat er forensisch bewijs was, waaronder vingerafdrukken en DNA-sporen, die de betrokkenheid van de verdachte bij de overval bevestigden. De verdachte had tijdens de overval het slachtoffer met geweld bedreigd en had hem vastgebonden met tape.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. De vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, werd gedeeltelijk toegewezen. Het hof oordeelde dat de verdachte aansprakelijk was voor de schade die het slachtoffer had geleden als gevolg van de overval. De beslissing van het hof is gebaseerd op de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, die niet alleen lichamelijk letsel had opgelopen, maar ook psychisch trauma had ervaren.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004774-12
Uitspraak d.d.: 8 juli 2014
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zutphen van 6 november 2012 met parketnummer 06-950458-12 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Rusland) op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 10 juli 2013, 4 februari 2014 en 24 juni 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot veroordeling van verdachte voor de feiten 1 en 2 meer subsidiair tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek, en tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 2.559,- en de schadevergoedingsmaatregel tot dat bedrag subsidiair 35 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr A.W. Syrier, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1
primair:
hij op of omstreeks 15 september 2011 te Vaassen, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (ongeveer EURO 1.240,00) en/of een portemonnee met inhoud, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij -verdachte- tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
- voornoemde [slachtoffer] (met kracht) in de nek, althans op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gericht en/of
- ( vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Je moet braaf zijn en zeg maar waar het geld ligt. Wij zijn ver vandaan gekomen om geld. Ik ga zonder geld niet weg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] met tape heeft vastgebonden en/of de mond van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of (vervolgens)
- voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen de benen, althans op/tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal zijn voet op de kaak van die [slachtoffer] heeft gezet (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in het (linker boven)been heeft gestoken en/of
- de ogen van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en/of (vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je doodmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
1
subsidiair:
[medeverdachte] en/of een tot op heden onbekend gebleven persoon op of omstreeks 15 september 2011 te Vaassen, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag (ongeveer EURO 1.240,00) en/of portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of die onbekend gebleven persoon en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat [medeverdachte] tezamen en in vereniging met een tot op heden onbekend gebleven persoon,
- voornoemde [slachtoffer] (met kracht) in de nek, althans op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gericht en/of
- ( vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Je moet braaf zijn en zeg maar waar hetgeld ligt. Wij zijn ver vandaan gekomen om geld. Ik ga zonder geld niet weg", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de handen en/of de voeten van die [slachtoffer] met tape heeft vastgebonden en/of de mond van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en/of (vervolgens)
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer] heeft getoond en/of (vervolgens)
- voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen de benen, althans op/tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of (vervolgens)
- meermalen, althans eenmaal zijn voet op de kaak van die [slachtoffer] heeft gezet (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) en/of (vervolgens)
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in het (linker boven)been heeft gestoken en/of
- de ogen van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en/of (vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je doodmaken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij
-verdachte- in of omstreeks de periode van 13 september 2011 tot en met 15 september 2011 te Vaassen, gemeente Epe en/of te Apeldoorn, althans elders in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
-op 13 september 2011 meerdere, althans een goed(eren) aan te schaffen die bij voornoemd misdrijf zijn gebruikt (waaronder een rol tape en/of een veiligheidsvest) en/of
-voornoemde [medeverdachte] en/of voornoemde tot op heden onbekend gebleven persoon op 15 september 2011 in zijn/een personenauto naar de woning van die [slachtoffer] te vervoeren en/of
-(vervolgens) in de nabije omgeving van de woning van die [slachtoffer] op de uitkijk te staan en/of
-(vervolgens)in de nabije omgeving van de woning van die [slachtoffer] met een vluchtauto klaar te staan;
2
primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 april 2010 tot en met 24 februari 2012 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ING) op naam van [naam 1] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ABN) en/of meerdere, althans een OV-kaart(en) en/of een rijbewijs en/of een verzekeringspas op naam van [naam 2] en/of
-een paspoort op naam van [naam 3] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (SNS) en/of meerdere, althans een verzekeringsbewij(s)(zen) en/of een flyingbluepas (KLM) op naam van [naam 4] en/of
-meerdere, althans een kentekenpla(a)t(en) ([kenteken]), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; en/of
dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 april 2010 tot en met 09 juli 2012 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland,
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ING) op naam van [naam 1] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ABN) en/of meerdere, althans een OV-kaart(en) en/of een rijbewijs en/of een verzekeringspas op naam van [naam 2] en/of
-een paspoort op naam van [naam 3] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (SNS) en/of meerdere, althans een verzekeringsbewij(s)(zen) en/of een flyingbluepas (KLM) op naam van [naam 4] en/of
-meerdere, althans een kentekenpla(a)t(en) ([kenteken]),
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemd(e) goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
en/of
dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 april 2010 tot en met 09 juli 2012 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ING) op naam van [naam 1] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ABN) en/of meerdere, althans een OV-kaart(en) en/of een rijbewijs en/of een verzekeringspas op naam van [naam 2] en/of
-een paspoort op naam van [naam 3] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (SNS) en/of meerdere, althans een verzekeringsbewij(s)(zen) en/of een flyingbluepas (KLM) op naam van [naam 4] en/of
-meerdere, althans een kentekenpla(a)t(en) ([kenteken]),
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als vinder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2
subsidiair:
en/of dat hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 april 2010 tot en met 09 juli 2012 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, opzettelijk
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ING) op naam van [naam 1] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (ABN) en/of meerdere, althans een OV-kaart(en) en/of een rijbewijs en/of een verzekeringspas op naam van [naam 2] en/of
-een paspoort op naam van [naam 3] en/of
-een identiteitsbewijs en/of een bankpas (SNS) en/of meerdere, althans een verzekeringsbewij(s)(zen) en/of een flyingbluepas (KLM) op naam van [naam 4] en/of
-meerdere, althans een kentekenpla(a)t(en) ([kenteken]), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als vinder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak

Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte zijn diverse goederen in beslag genomen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op zondagavond 8 juli 2012 bij de naast zijn woning gelegen cafetaria [naam cafetaria] een tas met inhoud had gevonden die hij heeft meegenomen naar zijn woning. Verdachte verklaarde dat hij de tas een volgende dag naar de politie wilde brengen. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft verdachte ontkend dat de in de berging aangetroffen kentekenplaten van hem zijn. Hij heeft verklaard dat ook zijn stiefvader regelmatig in die berging kwam.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat gelet op de inhoud van het dossier niet valt uit te sluiten dat de door verdachte geschetste gang van zaken juist is.
Het hof heeft dan ook uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan volledig behoort te worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof leidt in het bijzonder uit de volgende feiten en omstandigheden af dat verdachte een van de daders van de overval is geweest.
* Het hof leidt uit de bewijsmiddelen af dat de op de plaats van het delict aangetroffen duct-tape en tie-wrap gebruikt zijn bij het delict. Zo heeft het slachtoffer onder meer verklaard dat hij is vastgebonden met plakband, dat zijn mond is dichtgeplakt met brede, grijze plakband en dat de aangetroffen tie-wrap en tape niet van hem of zijn gezin waren en hebben getuigen verklaard dat het slachtoffer duct-tape om zijn polsen had bij het openen van de deur. Op de kleefzijde van de tape zijn haren en bloed aangetroffen welke afkomstig zijn van het slachtoffer. Op de tape, de verpakking van de tape en de tie-wrap zijn vingerafdrukken en/of dna aangetroffen, welke met een hoge mate van waarschijnlijkheid afkomstig zijn van verdachte en zijn medeverdachte. Op grond van de verklaring van aangever en de getuigen en de (plaats van de) aangetroffen sporen staat vast dat die tie-wrap en het duct-tape door verdachte en zijn medeverdachte zijn gebruikt bij de overval.
* Daar komt bij dat het hof uit de telecom-gegevens afleidt dat verdachte en zijn medeverdachte ten tijde van het feit in de omgeving van de plaats van het delict waren. Rond het tijdstip van de overval is telefoonverkeer door de zendmast aan [straat], in de directe nabijheid van de plaats van het delict, geregistreerd van toestellen die - op grond van in de bewijsmiddelen nader beschreven feiten en omstandigheden - worden toegeschreven aan verdachte dan wel zijn medeverdachte. Ook is gebleken dat er in de uren vóór de overval contact is geweest tussen de toestellen van verdachte en medeverdachte.
Het hof acht - naast op grond van de zojuist vermelde bewijsmiddelen en -overwegingen - in het bijzonder om de volgende redenen niet aannemelijk dat - zoals de verdediging heeft aangevoerd - de tape/tie-wrap door anderen - in de visie van de verdediging de werkelijke daders - zouden zijn meegenomen van een andere plaats om vervolgens door die daders op de plaats van het delict te worden gebruikt.
- Het hof acht het onaannemelijk dat, indien en voor zover die andere personen valse sporen zouden hebben willen plaatsen die moeten wijzen naar verdachte en zijn medeverdachte, die andere personen geweten zouden hebben dat op de tape en tie-wrap (alleen die) vingerafdrukken te vinden zouden zijn van de verdachte en zijn medeverdachte.
- De duct-tape verpakking die op de plaats van het delict is aangetroffen behoort naar het oordeel van het hof bij de duct-tape die is gebruikt om het slachtoffer vast te binden. Het hof acht het niet aannemelijk dat die verpakking los is meegebracht.
- Het hof acht verder onaannemelijk – en in strijd met de bewijsmiddelen - dat het zou gaan om een tie-wrap die de politie op de plaats van het delict achtergelaten zou hebben.
Het hof acht niet aannemelijk dat de zendmast aan [straat] door de telefoons van de verdachten om of in verband met een andere reden werd aangestraald dan in verband met hun deelneming aan het delict. In het bijzonder is niet aannemelijk geworden dat zij op het tijdstip van het delict op bezoek zouden zijn geweest bij een andere persoon die in de nabijheid van de zendmast woonachtig is. In het bijzonder is niet aannemelijk geworden dat verdachte op de betreffende ochtend heeft verbleven bij [getuige], zoals hij zelf als mogelijkheid heeft geopperd. De door de betreffende persoon als getuige afgelegde verklaringen bieden daarvoor geen steun.
Het hof grondt zijn overtuiging dat verdachte een van de overvallers is geweest mede op het feit dat aangever verdachte op een foto van Facebook heeft herkend alsmede op de inhoud van de telefoongesprekken van 8 juli 2012 om 16.35.38 respectievelijk 18.13.08 waaraan verdachte deelneemt en waaruit het hof, mede op grond van de inhoud van de verklaring van [getuige], afleidt dat verdachte op een tijdstip gelegen vóór die datum een overval heeft gepleegd.
De verdediging heeft aangevoerd dat het bewijs betreffende de van verdachte aangetroffen vingerafdrukken zou moeten uitgesloten, omdat de wet voor het afnemen van vingerafdrukken zonder toestemming van verdachte in deze situatie geen steun biedt. De advocaat-generaal heeft – kort gezegd - aangevoerd dat niet méér is gedaan dan het uitvoeren van de opdracht van het gerechtshof en de raadsheer-commissaris.
Het hof heeft bij tussenuitspraak van 10 juli 2013 geoordeeld dat tegen verdachte nog altijd ernstige bezwaren bestonden en heeft op grond van artikel 415 in verbinding met artikel 316 Wetboek van Strafvordering nadere onderzoekshandelingen door de raadsheer-commissaris bevolen, onder meer bestaande in dactyloscopisch onderzoek waarbij de sporen die zijn veiliggesteld onder de SINnummers [nummer], [nummer] en [nummer] dienden te worden vergeleken met de vingerafdrukken van verdachte en dat diens vingerafdrukken (zonodig nog) dienden te worden afgenomen. De raadsheer-commissaris heeft op 2 september 2013 op grond van artikel 195d in verbinding met artikel 420 Wetboek van Strafvordering een bevel afname celmateriaal gegeven. Bij brief van gelijke datum aan de advocaat-generaal heeft de raadsheer-commissaris haar verzocht om via de politie dan wel de officier van justitie de eventuele verkrijging van die vingerafdrukken te organiseren. Het hof begrijpt een en ander aldus dat de raadsheer-commissaris gebruik heeft gemaakt van de hem in artikel 195 in verbinding met artikel 420 Wetboek van Strafvordering toegekende bevoegdheid te bevelen dat de verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan in het belang van het onderzoek aan zijn lichaam of kleding zal worden onderzocht, voor het geval van verdachte nog geen vingerafdrukken beschikbaar waren en dat verdachte reeds ter terechtzitting van het hof hierover was gehoord. Aldus begrepen, is er geen sprake van onrechtmatig afnemen van vingerafdrukken van verdachte. Daaraan doet niet af dat de officier van justitie ook nog een bevel zou hebben gegeven. Voor zover de verdediging erover klaagt dat het bevel niet op gelijke wijze als het bevel afname dna-materiaal schriftelijk is neergelegd, verwerpt het hof het verweer eveneens, reeds omdat in het verweer niet duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de factoren vermeld in artikel 359a Wetboek van Strafvordering is aangegeven tot welk rechtsgevolg het vermeende verzuim zou dienen te leiden (vgl. HR 30 maart 2004, NJ 2004, 376, rov. 3.7).
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1
primair:
hij op
of omstreeks15 september 2011 te Vaassen, gemeente Epe, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag
(ongeveer EURO 1.240,00)en
/ofeen portemonnee met inhoud,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)dat hij -verdachte- tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
- voornoemde [slachtoffer] (met kracht) in de nek, althans op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en
/of
-
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp op het hoofd van die [slachtoffer] heeft gericht en
/of
- ( vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Je moet braaf zijn en zeg maar waar het geld ligt. Wij zijn ver vandaan gekomen om geld. Ik ga zonder geld niet weg",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen
/of
- de handen en
/ofde voeten van die [slachtoffer] met tape heeft vastgebonden en
/ofde mond van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en
/of (vervolgens)
- een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpaan die [slachtoffer] heeft getoond en
/of(vervolgens)
- voornoemde [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal(met kracht) op/tegen het hoofd en
/ofop/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en
/ofmeermalen,
althans eenmaal(met kracht)
op/tegen de benen, althans
op/tegen het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en
/of(vervolgens)
-
meermalen, althans eenmaalzijn voet op de kaak van die [slachtoffer] heeft gezet (terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) en
/of(vervolgens)
- die [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaalmet een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in het
(linker boven
)been heeft gestoken en/of
- de ogen van die [slachtoffer] met tape heeft afgeplakt en/of (vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga je doodmaken",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- dat verdachte zich samen met een ander heeft schuldig gemaakt aan een overval op een woning waarbij geweld is gebruikt en er is gedreigd met geweld tegen het slachtoffer. Het slachtoffer is geslagen en gestoken en heeft daaraan niet alleen lichamelijk letsel maar ook een trauma overgehouden. Het betreft een ernstig feit waarvoor het hof een gevangenisstaf van na te melden duur op zijn plaats acht, mede gelet op de LOVS-oriëntatiepunten voor een dergelijk feit. Het hof ziet noch in verdachtes aandeel in het feit noch in de persoonlijke omstandigheden van verdachte (waaronder zijn leeftijd ten tijde van het feit en zijn documentatie) aanleiding een andere straf op te leggen.
De hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd met het algemeen belang en de wet is.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.799. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • een boksbeugel;
  • pepperspray;
  • een mes zilverkleurig.

Gelast de teruggave aan uitgevende instantie van:

- toegangspas OM Arnhem, uitgiftedatum [datum], [serienummer];
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- agenda 2008 donkerrode kaft;
- vestje lichtgeel reclecterend;
- laptoptas, zwart;
- tasje;
- vest, kleur grijs;
- sleutels (2, incl. sleutelhanhger "L");
- ING bescheiden;
- SD-kaartje (2 GB);
- Blackberry (wit) + lader + doos + nota;
- Simkaartje Lebara;
- Simkaartje T-mobile;
- Grijze broek, merk Kappa;
- Grijze broek, merk Panther;
- Puck-code High Society;
- slippers, zwart, maat 43, Star Group;
- auto, VW, [kenteken];
- Tom tom;
- usb-stick;
- Nokia telefoon;
- short, geel/zwart geblokt;
- bankbescheiden (pas) Fortis, serienr. [serienummer];
- rijbewijs, registratienr. [registratienummer] t.n.v. [naam 6];
- paspoort, registratienr. [registratienummer];
- rijbewijs, registratienr. [registratienummer];
- bankbescheiden (pas) ABN Amro Maestro, registratienr. [registratienummer], t.n.v. [naam 7];
- zorgpas, [zorgpas], t.n.v. [naam 2];
- rijbewijs, serienr. [serienummer] t.n.v. [naam 1];
- bankbescheiden (pas) ING, serienr. [serienummer], t.n.v. [naam 1];
- ID-kaart, serienr. [serienummer], t.n.v. [naam 4];
- bankbescheiden (pas) SNS Maestro, registratienr. [registratienummer] t.n.v. [naam 4];
- klantenpas KLM Flying Blue, registratienr. [registratienummer] t.n.v. [naam 4];
- 2 zorgpassen, [zorgpas], serienr. [serienummer], t.n.v. [naam 4];
- briefje met e-mailadres, controlevraag, pincode;
- horloge, Tissot To19430b; betaald met creditcard o.n.v. [naam 4], met rekening [bedrijf];
- 2 kentekenplaten, geel, [kenteken].

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer] ter zake van het onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 2.559,00 (tweeduizend negenenvijfttig euro) bestaande uit € 59,00 (negenenvijftig euro) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer], een bedrag te betalen van
€ 2.559,00 (tweeduizend negenenvijftig euro) bestaande uit € 59,00 (negenenvijftig euro) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat de verplichting tot betaling van schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer voor de verdachte komt te vervallen indien en voor zover de mededader heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële en immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 15 september 2011 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald, verdachte in zoverre is bevrijd van voornoemde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan de Staat.
Wijs af de vordering tot gevangenneming zoals ter terechtzitting van het hof van 24 juni 2014 gedaan nu naar het oordeel van het hof daarvoor geen gronden aanwezig zijn.
Aldus gewezen door
mr A. van Waarden, voorzitter,
mr J.A.W. Lensing en mr B.F.A. van der Krabben, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.R.M. Roetgerink, griffier,
en op 8 juli 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.