Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Utrecht-Gooi, kantoor Utrecht(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
[B] en [C] namens de Inspecteur.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland, die op 20 augustus 2013 het beroep ongegrond verklaarde. Belanghebbende had een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd gekregen voor het jaar 2009, met een belastbaar inkomen van € 21.859. De Inspecteur had bij uitspraak op bezwaar het belastbare inkomen gehandhaafd, maar enkele kortingen verleend en de heffingsrente verlaagd. Belanghebbende stelde dat de voorlopige aanslag niet verrekend mocht worden, omdat zij niet op de hoogte was van de wijziging van het rekeningnummer door haar echtgenoot, [A]. Het Hof oordeelde dat de voorlopige aanslag op de juiste wijze was bekendgemaakt en dat belanghebbende geen bezwaar had gemaakt tegen de voorlopige aanslag. Het Hof concludeerde dat de Inspecteur de aanslag terecht had vastgesteld en dat de verrekening van de voorlopige aanslag met de definitieve aanslag rechtmatig was. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard.