ECLI:NL:GHARL:2014:5289
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarige na strijd tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [kind]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder de omgang tussen [kind] en de vader stopgezet vanwege zorgen over de ontwikkeling van [kind] en mogelijke signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De kinderrechter had op 10 januari 2014 besloten om [kind] onder toezicht te stellen van Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor de duur van een jaar. De vader had zijn verzoeken tot gezamenlijk gezag en omgang met [kind] ingetrokken, wat leidde tot de vraag of de ondertoezichtstelling nog noodzakelijk was.
Het hof heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [kind], maar oordeelt dat de ondertoezichtstelling niet langer gerechtvaardigd is. De moeder heeft hulp ingeschakeld en is bereid om samen te werken met deskundigen. Het hof concludeert dat andere middelen ter afwending van de zorgen niet hebben gefaald en dat de situatie van [kind] niet zo ernstig is dat ondertoezichtstelling noodzakelijk is. Het hof vernietigt daarom de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming af.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige afwegingen in zaken van ondertoezichtstelling, vooral in situaties waar ouders in conflict zijn. Het hof heeft de belangen van [kind] vooropgesteld en de rol van de moeder in het waarborgen van de ontwikkeling van [kind] onderstreept. De beslissing van het hof is een belangrijke stap in het waarborgen van de rechten en belangen van minderjarigen in complexe familierechtelijke situaties.