Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
heffingsambtenaarvan de
gemeente Littenseradiel(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de erven van [X] tegen een aanslag in de forensenbelasting die door de heffingsambtenaar van de gemeente Littenseradiel is opgelegd. De aanslag, ter hoogte van € 963 voor het jaar 2012, werd opgelegd aan de erven, die de woning [a-straat] 15 te [L] gezamenlijk door erfrecht hebben verkregen. De heffingsambtenaar verklaarde de erven niet-ontvankelijk in hun bezwaar tegen de aanslag, maar de rechtbank Noord-Nederland vernietigde deze uitspraak en verklaarde het bezwaar ongegrond, waardoor de aanslag werd gehandhaafd. De erven gingen in hoger beroep, waarbij zij stelden dat de heffing in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en dat de belasting in de afgelopen tien jaar onredelijk is gestegen.
Tijdens de zitting op 20 mei 2014 in Leeuwarden werd de gemachtigde van de erven gehoord, evenals de vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar. De erven voerden aan dat de gemeente de Verordening op de heffing en invordering van de forensenbelasting voor andere doeleinden gebruikt dan waarvoor deze is bedoeld, en dat andere gemeenten geen of lagere tarieven hanteren. De heffingsambtenaar betwistte deze claims en stelde dat de gemeente vrij is in de tariefstelling voor de forensenbelasting.
Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar ten onrechte de erven gezamenlijk in de heffing had betrokken, aangezien de Verordening niet voorziet in een gezamenlijke belastingplicht voor meerdere personen. Het Hof vernietigde de aanslag en de uitspraak van de rechtbank, en gelastte de heffingsambtenaar om het betaalde griffierecht aan de erven te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 juli 2014.